“Ik ben een twijfelaar”
Janny van de Molen(1968) groeide op in Burgum in een protestants christelijk milieu. Vader was postbode, toen nog een solide baan voor het leven, en moeder was huisvrouw. Samen met twee oudere broers en een jonger zusje gingen ze trouw elke zondag naar de kerk. In het gezin werd zelden of nooit gediscussieerd over grote levensvragen. Thuis werd alleen Fries gesproken. De taal die ze nu ook weer met haar kinderen spreekt. Ze kan de taal lezen, maar niet schrijven en heeft ook niet de ambitie om een boek in het Fries te gaan schrijven. “Prima als iemand mijn boeken in het Fries wil vertalen, maar zelf zou het me teveel moeite kosten.” Als kind was ze al dol op lezen, ze kocht van haar zakgeld en krantengeld boeken, maar ook de zaterdagkrant, want ze wilde graag weten wat er in de wereld gebeurde. Al vrij snel wist ze dat ze later journalist wilde worden.
Na de basisschool bezocht ze het Ichthuscollege in Drachten waar ze Grieks kreeg van een leraar die van grote invloed is geweest op haar leven, meneer Swart. Hij staat model voor de filosofieleraar, in haar nieuwste boek Grote gedachten, verhalen over filosofie. Na de middelbare school koos ze voor een opleiding aan de school voor de journalistiek in Utrecht. Al tijdens het laatste studiejaar kreeg ze een baan aangeboden bij de Landelijk Bureau Slachtofferhulp waar ze stukken ging schrijven voor het blad LOS.
Tijdens haar werk ontdekte ze dat de studie journalistiek haar weinig had geleerd over veel dingen en dat ze eigenlijk wel wat meer verdieping wilde. Het werd de studie sociaal-culturele theologie, destijds een tamelijk nieuwe deeltijdstudie die ze in zeven jaar afrondde. Het is echter nooit haar bedoeling om predikant te worden.
Ze is altijd maatschappelijk betrokken geweest en werkte o.a. voor het CNV en het IKV. Na twaalf jaar in het westen te hebben gewoond keerde ze terug naar Friesland en nam voor de PvdA plaats in de gemeenteraad van Heerenveen en de Provinciale Staten. Toen haar eerste kind geboren was en ze zich op het schrijven stortte, moest ze met pijn in haar hart afscheid nemen van haar politieke werk. Daar had ze niet voldoende tijd meer voor.
De boeken die ze schrijft noemt ze verhalende non-fictie. Zij bijt zich vast in een onderwerp en verzamelt zoveel mogelijk materiaal. Haar eerste boek Over engelen, goden en helden – verhalen uit de grote wereldreligies, schreef ze voor haar kinderen, omdat zo’n boek er nog niet was. Het werd bekroond met een Vlag en Wimpel. Ook heel succesvol is haar boek over Anne Frank, Buiten is het oorlog – Anne Frank en haar wereld. Het is een “kinderbiografie” over Anne. Voor het boek, dat in Nederland al meerdere drukken haalde, bestond en bestaat ook veel belangstelling in het buitenland. Het is in het Frans en Engels vertaald en binnenkort verschijnt een Portugese versie die ook in Brazilië zal worden uitgebracht. Plannen om een compleet fictioneel boek te schrijven heeft ze niet.
In haar huis aan de rand van de Knipe, met een weids uitzicht over de velden, vertelt ze dat ze het idee voor haar boek Grote gedachten, verhalen over filosofie als het ware in de schoot kreeg geworpen. Ze ontving een mail van een lezeres die een van haar boeken had gelezen en die graag aan een boek over filosofie wilde voor twaalfplussers. Kon zij dat niet schrijven? Janny van der Molen vond het een leuk idee. Na enig onderzoek kwam ze erachter dat er geen toegankelijk boek voor die leeftijdscategorie over dat onderwerp was. Er is De wereld van Sofie van Jostein Gaarder, een klassieker, maar dat boek is intussen vijfentwintig jaar oud en ook niet erg toegankelijk. Een gat in de markt dus en dat is toch wel belangrijk als je een boek gaat maken dat je ook nog wilt verkopen, zeker tegenwoordig. Alleen had ze wel haar twijfels, want was ze wel gekwalificeerd om dat boek te schrijven? Tenslotte heeft ze geen filosofie gestudeerd, al was het wel een onderdeel van haar theologiestudie.
Bij een reünie van deze studie kwam ze universitair docent Hans de Vries tegen bij wie ze de filosofiecolleges had gevolgd. Toen ze hem over het idee vertelde was De Vries meteen razend enthousiast en bood aan haar te helpen. Hij had tijd genoeg, want was intussen met pensioen. Samen overlegden ze welke filosofen er in het boek behandeld zouden moeten worden. Het stond wel vast dat de grote thema’s van goed en kwaad, van liefde en dood en man en vrouw aan de orde moesten komen. Uiteindelijk belandden er veertien filosofen in Grote Gedachten. Veel bekende, zoals Plato en Spinoza, maar ook wat minder bekende, zoals de van oorsprong Bulgaarse Julia Kristeva die een boek schreef over de Joodse filosofe Hannah Arendt, die ook in het boek voorkomt en bekend is geworden door haar theorie over de banaliteit van het kwaad.
In het boek Grote gedachten stelt meneer Swart aan de leerlingen van zijn filosofieklas de vraag eens op te schrijven wie ze zijn. Wie is Janny van der Molen zelf? Ze vond het lastig om daar een antwoord op te geven. Ieder mens bevindt zich in een proces van groei en verandering en de verlegen Janny die ze als puber was, bestaat niet meer. Swart stond er ook van te kijken dat er van dat bescheiden meisje geen spoor meer was te bekennen, toen ze kortgeleden het eerste exemplaar van Grote gedachten aan hem aanbood.
Levenservaring heeft haar rijper, wijzer en vrijer gemaakt, maar ondanks dat vindt ze een toch een kernzin voor zichzelf: “Ik ben een twijfelaar.”
Omdat in Grote gedachten veel “oude” filosofen voorkomen is het ook onvermijdelijk dat God veelvuldig wordt genoemd in het boek. Tenslotte was, en is de westerse maatschappij grotendeels gebaseerd op Bijbelse beginselen en dus gingen de meeste filosofen uit van het bestaan van God, alhoewel die in allerlei gedaanten kon voorkomen. Janny van der Molen is opgevoed met het geloof, maar op mijn vraag of ze nog gelovig is, kon ze geen antwoord geven. “Ik hoop dat er meer tussen hemel en aarde is dan we kunnen zien.” Ze vindt het ook wel moeilijk te verteren dat het leven eigenlijk zinloos is en bij de dood eindigt. “Gelukkig leef ik in mijn boeken nog een beetje voort.”
Waar ze ook nog enigszins over twijfelt is het feit of ze wel fulltime schrijver kan blijven, want de inkomsten uit haar boeken en lezingen zijn niet voldoende om ervan te kunnen leven. Een baan naast het schrijven lijkt haar ook niet ideaal, want ze moet zich helemaal op een project kunnen storten. Ander werk zou dan zomaar een obstakel kunnen gaan vormen, en schrijven is toch wat ze het liefste doet.
Ze noemt zichzelf een gedisciplineerd mens. Rond acht uur in de morgen zit ze achter de computer en gaat door tot een uur of drie. Daarna beantwoordt ze haar mail en bereidt ze lezingen voor etc. Ze heeft een werkkamer op zolder, maar ze zit ook wel aan de keukentafel te werken. Omdat ze vaak veel literatuur moet raadplegen, heeft ze ruimte nodig. Ze houdt zich heel graag aan deadlines, die geven haar structuur en daar is ze op gesteld.
Naar aanleiding van mijn vraag welke boeken veel indruk op haar hebben gemaakt, stelde ze het volgende lijstje samen:
“Het werk – Etty Hillesum. Geen andere schrijver heeft zoveel invloed gehad op mijn schrijverschap en mijn (wereld)visie als zij. Haar geschriften vind ik wijs, rijk, inspirerend en verrassend.
Het Achterhuis – Anne Frank. Ik enorme bewondering gekregen voor dit meisje/jonge vrouw. Het Achterhuis geeft een indringend beeld van de strijd die joden hebben geleverd, van de levenslust ondanks alles van Anne Frank. Het verhaal van WOII, het verhaal van de joden, moet moet moet! steeds opnieuw verteld worden.
Woeste Hoogten – Emily Bronte. Dit was de eerste echte Engelse literatuur die ik las als ongeveer veertienjarige. Ik was fan van Kate Bush en wilde haar Wuthering Heights begrijpen. Wat een boek! Ik heb het sindsdien vele keren gelezen.
Brief voor de Koning – Tonke Dragt. Dit boek heb ik onlangs herlezen. Een geweldige klassieker en nog steeds betoverend.
Soldaten huilen niet – Rindert Kromhout. Fascinerend verhaal en fantastisch geschreven. Als ik toch eens zo’n boek zou kunnen schrijven… Wauw!”
Je kunt Janny’s website bezoeken of een filmpje op YouTube bekijken over Grote gedachten, ook is ze te vinden op twitter.
Auteur: Pieter Feller
Foto: Frouke Feijen