“Ik hoop dat mijn boek de mensen raakt”
Simone Atangana Bekono (1991) groeide op in Dongen, Noord-Brabant en woont momenteel in Arnhem, waar ze in 2016 afstudeerde van Creative Writing te ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten. In 2017 debuteerde ze met een bundeling van gedichten en brieven getiteld Hoe de eerste vonken zichtbaar waren. Hiervoor ontving ze in 2018 de Poëziedebuutprijs aan Zee en in 2019 het Charlotte Köhler Stipendium. Haar roman Confrontaties verscheen in september 2020.
In Confrontaties heeft Salomé, (net als de ik-persoon in jouw dicht- en brievenbundel hoe de eerste vonken zichtbaar waren) nogal wat moeite met woede. Waar komt dat steeds terugkerende gevecht vandaan?
Salomé is een tiener in een klein dorp. Ik denk dat haar woede een manier is om voor zichzelf en haar omgeving te verbergen dat ze juist erg kwetsbaar is. Ze voelt veel verdriet over de dingen die in haar leven gebeuren en zijn gebeurd: haar vader heeft kanker, op de chique school waar ze zit wordt ze gediscrimineerd, haar ouders hebben geldproblemen. Salomé is slim, en daarom begrijpt ze heel goed wat er om haar heen gebeurt, wat het allemaal betekent. Dat kan soms heel vervelend zijn, en lastig om mee om te gaan. Ik denk dat alle jonge mensen die overweldigd worden door hun omstandigheden wel eens zelfmedelijden voelen, maar het ook in zich hebben om boos te worden over hoe oneerlijk alles voelt of is. Dat was ook mijn reden om Salomé met zoveel woede te laten spreken. In de dichtbundel zat die woede ook, maar die was persoonlijker en bevatte veel meer van mijn eigen boosheid.
Is de gedachtewereld van de zwarte Salomé wezenlijk anders dan die van een blank meisje en waar uit zich dat dan wel of niet in?
Zo’n vraag roept het idee op dat Salomé’s ras, of welk ras dan ook, iets is dat je kunt herkennen aan bepaalde gedachtes, gedrag. Uiteindelijk is het idee van verschillende mensenrassen gewoon iets wat heel lang geleden verzonnen is om de ene groep als ondergeschikt aan de andere te zien, voor macht dus. Ik denk dat je de gevolgen daarvan zowel in Salomé’s omgeving ziet (bijvoorbeeld haar psycholoog Frits, haar klasgenoten die discriminerende grappen maken) als in Salomé zelf. Dat is natuurlijk ook het treurige eraan. Maar er bestaat niet zoiets als een ‘witte’ of ‘zwarte’ gedachte. Mensen zijn veel te complex daarvoor. Gelukkig maar.
Heb jijzelf veel last van vooroordelen gehad en zo ja, in hoeverre heeft dat je beïnvloed in je keuzes?
Best wel veel, ja. Ook omdat ik uit een vrij klein dorp kom. Daar kun je je heel thuis in voelen, maar ook erg geïsoleerd. Ik denk dat ik altijd de buitenwereld heb willen ontdekken, omdat ik me er niet erg thuis voelde.
In hoeverre heeft je roman Confrontaties met jezelf te maken?
Nauwelijks, eigenlijk! Mensen denken vaak dat omdat het over een zwart meisje in een dorp gaat, het dan wel over mij zou moeten gaan. Maar dat is kortzichtig. Ik denk wel dat de thema’s in het boek thema’s zijn waar ik in geïnteresseerd ben omdat ik wel op eenzelfde soort plek ben opgegroeid als Salomé maar verder verschillen we enorm van elkaar.
Wat heb je met Confrontaties voor ogen?
Het is niet echt dat ik dit boek met een specifiek doel schreef. Ik hoop vooral dat het mensen op de een of andere manier raakt, aan het denken zet, dat het misschien herkenning oproept. Meer niet.
Wanneer vind je je werk (bijvoorbeeld dit boek) een succes?
Dat is moeilijk te zeggen. Meestal is het niet meer dan een gevoel: dat je het gevoel hebt dat je op een punt bent gekomen dat je hebt gezegd wat je moest zeggen, dat er niks meer bij kan of af mag. En dat je vervolgens het idee hebt dat de mensen die het werk lezen er in ieder geval iets uithalen wat je er in hebt gestopt, een boodschap, een emotie, een mooi beeld, een vernieuwende gedachte.
Welke schrijvers bewonder je en hebben misschien invloed op je werk?
Ik heb geen vaste favoriete schrijvers. Maar ik heb voor dit boek veel gehad aan de werken van Marguerite Duras, Joan Didion, de Oude Griekse tragedieschrijvers die ik op de middelbare school moest lezen en vertalen, Astrid Roemer, Toni Morrison, JD Salinger en Georges Perec. Allemaal weer om andere redenen zijn dat hele goeie schrijvers.
Ben je bezig aan een nieuw werk?
Nee joh, ik moet eerst even bijkomen van deze bevalling!
Blijf je verhalen en gedichten afwisselen?
Voor zover het lukt zal ik altijd zowel proza als poëzie schrijven, ja. Maar ik wissel niet bewust af. Ik denk dat elk project om een bepaalde vorm vraagt. Daar laat ik me dan ook door leiden.
Vragen: Susanne Koster