“Ik wilde heel graag dat ouderwetse Cluedo-gevoel overbrengen”
Victoria Farkas werd in 1973 in Amsterdam geboren, waar ze ook opgroeide. Schrijven heeft altijd in haar bloed gezeten, vanaf het moment dat ze in de eerste klas van de lagere school leerde lezen en schrijven. Daarvoor vroeg ze haar moeder haar verhalenbedenksels op te schrijven, zodat zij er tekeningen bij kon maken. Tijdens het opgroeien tot volwassen vrouw schreef ze korte en lange verhalen, gedichten en bedacht ze honderden ideeën voor nieuwe verhalen. In 2006 werd een van haar ideeën omgetoverd tot een echt boek Adam in Amsterdam. Sindsdien schrijft ze en is ze dagelijks achter haar bureau te vinden, waar ze soms wordt vergezeld door Kattus Nero, die haar slapend en snurkend, vanaf een afstandje steunt.
Uit wat voor gezin kom je? Werd er veel gelezen?
Ik kom uit het leukste gezin dat ik maar kan bedenken, met de leukste ouders. Er werd ontzettend veel gelezen. Vooral toen ik de bibliotheek bij ons om de hoek ontdekte. De weg er naar toe is nog altijd uitgesleten.
Je bent zowel schrijfster als journalist. Helpt het vak van journalist je als je met een boek bezig bent?
Absoluut. Ik schrijf al mijn hele leven; korte verhalen, gedichten, dagboekfragmenten, prentenboekverhalen en noem maar op. Maar ik heb pas echt leren schrijven toen ik bij een krant werkte. Met nul journalistieke ervaring werd ik door de hoofdredacteur in het diepe gegooid. Verdrink je? Prima! Weet je je zelf naar de kant te zwemmen? Ook prima. Nou, en verzuipen wilde ik niet. Dus leerde ik schrijven, leerde ik kort en krachtig schrijven, lange en korte zinnen af te wisselen, ik leerde mensen te interviewen, rode draden voor de interviews te vinden en nog meer wat ik vandaag de dag altijd nog als schrijfster gebruik.
Je schrijft voor zowel kinderen als volwassenen. Wat is voor jou het verschil in werkwijze en als je moest kiezen, wat zou dan je voorkeur hebben?
Het grote verschil in werkwijze is de geschreven tekst en de onderwerpen die je kiest. Maar de voorbereidingen, het nadenken over plot en verhaallijnen, de interviews met mensen die ergens verstand van hebben, blijft in wezen hetzelfde. Hmm, een keuze maken? Alleen met een mes op mijn keel zal ik een keuze maken. Tot die tijd vind ik het schrijven voor beide doelgroepen een groot feest.
Je hebt schrijvers die heel gestructureerd aan de slag gaan met een vooropgezet plan, en schrijvers die organisch werken. Onder welke categorie val jij?
Eh… ik vrees dat ik van het chaotische slag ben, maar in die chaos zit dan wel weer zoveel orde dat ik precies weet wat ik moet schrijven en welke kant het verhaal op moet. Hoewel… ik af en toe enigszins eigenwijze hoofdpersonen heb die een heel andere mening zijn toegedaan en soms zelfs een heel eigen leven gaan leiden.
Je roman Bitter is een who-dunnit voor volwassenen. Waarom heb je het een who-dunnit genoemd en geen thriller?
Ik wilde heel graag dat ouderwetse Cluedo-gevoel overbrengen. Er is een moord gepleegd, dit zijn de verdachten, dit hun motieven en ik strooi als schrijfster af en toe met wat brokjes informatie die tot het vinden van de dader leiden. Dat vind ik meer een who-dunnit dan een thriller.
Waar moet een goede uitgever aan voldoen, in jouw ogen?
Je begeleiden tijdens het schrijfproces en hij/zij moet ervoor zorgen dat je als auteur in de picture komt te staan en blijft staan.
Hoe ziet een gemiddelde (werk) dag voor jou eruit?
Ik start de dag met koffie… koffie en … nog meer koffie. Tegen de tijd dat ik met de tweede beker begin, ben ik voldoende wakker om eens achter mijn laptop te kruipen en te bekijken wat ik die dag moet doen. Dat kan van alles zijn: een verhaal schrijven, een interview met iemand voorbereiden, mails beantwoorden, artikelen schrijven, een recensie schrijven, de kat aandacht geven, de konijnen verzorgen, de was doen, de afwasmachine leeg halen, strijken, boodschappen doen, een stuk fietsen om mijn hoofd leeg te maken of gewoon met een andere auteur een kop koffie te drinken en te praten over koetjes, kalfjes, het schrijverschap, de ellende op de wereld, de leuke dingen van het leven of het zoeken naar een oplossing voor een stuk verhaal waar ik niet uit kom. Lunchen, avondeten en soms… zeker als de flow erin zit (of als ik een keiharde deadline heb) nestel ik me ook na het eten weer achter mijn laptop en schrijf ik door tot ik op een punt in het verhaal ben beland waarvan ik zeker weet hoe het verder gaat. Juist op zo’n punt stop ik, zodat ik de volgende dag zonder paniek verder kan schrijven. O ja, en ik heb daarnaast ook nog familie, vrienden, een grote liefde waar ik mijn tijd graag aan schenk. Dus tja… volle, maar mooie dagen.’
Je houdt enorm van reizen. Maak je als schrijver gebruik van je reisavonturen?
Het ligt natuurlijk heel erg aan het soort boek en voor welke doelgroep ik het boek schrijf of ik gebruik kan maken van mijn reisavonturen. Ik heb een aantal tienerromans geschreven en daar had ik niet zo veel aan mijn reiservaringen. Maar… ik kan wel verklappen dat ik momenteel met een boek bezig ben, waarin heel veel van mijn reizen verwerkt zijn.
Waar werk je momenteel aan en kunnen we binnenkort een nieuw boek van je verwachten?
In november komt Mainstreet – Een onverwacht spannende vakantie bij Uitgeverij Kluitman uit. En verder ben ik dus bezig met een boek waarin ik mijn hoofdpersonages heel veel laat reizen (en die reizen lijken toevallig erg veel overeenkomsten te hebben met mijn eigen reizen).
Kun je vijf boeken noemen die indruk op je hebben gemaakt met een korte toelichting.
Het geheim van de kaarten van Jostein gaarder: Het is een filosofisch boek over een jongen die met zijn vader een reis door Europa maakt op zoek naar zijn verdwenen moeder. Dit is zo’n boek dat ik minstens een keer per jaar lees, vanwege de dubbele betekenis in het verhaal. Bovendien houd ik erg van filosofische jeugdboeken.
Hasse Simonsdochter van Thea Beckman: Van al Beckmans boeken vind ik dit verhaal (samen met de Stomme van Kampen) het mooist. Ik heb het als tiener gelezen en greep me vanaf de eerste pagina mijn. Een stoer meisje dat een man van de strop redt en later met hem strooptochten door Nederland houdt. Waarschijnlijk trok mij het vrije en ongebonden leven van Hasse, die zich als jongen verkleedde heel erg aan.
De hobbit van J. R. R. Tolkien: Hmm, het begint me wel op te vallen dat ik veelal voor boeken kies met reizen, vrij willen zijn en vechten voor je vrijheid in mijn top 5 belanden. Het is een wervelend verhaal van een hobbit en een rits dwergen die een reis gaan maken en onderweg allerlei avonturen beleven. Cool! Vooral de fantasiewereld die Tolkien zo prachtig weet te creëren, spreekt mij enorm aan.
De hond van de Baskervilles van Arthur Conan Doyle: Dit verhaal waarin Sherlock Holmes en Watson de hoofdrol spelen, was mijn allereerste kennismaking met het werk van Doyle. Het is een echte whodunnit, met een moord, verdachten, red herrings, aanwijzingen en een stollende ontknoping. Tja, en sindsdien ben ik om en ben ik een groot liefhebber van moord en doodslag in boeken.
En toen waren er geen van Agatha Christie: Grote bewondering heb ik al jaren voor Agatha Christie, een van mijn grote voorbeelden op whodunnit gebied. Ze heeft vele fantastische verhalen geschreven, waaronder De moord op Roger Ackroyd, maar er tipt er niet een aan En toen waren er geen. Een verbijsterend moordspel op een onbewoond eiland.
Vragen: Pieter Feller en Tiny Fisscher