Interview met Diet Groothuis

Diet Groothuis geeft dichtworkshops, schrijft kindergedichten en werkt als journalist/columnist voor o.a. dagblad Trouw. Onlangs kwam haar debuutbundel Waar ik ben uit bij De Eenhoorn. Ze studeerde Literatuurwetenschap en deed de deelopleiding Poëzie/Writing for Performance aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Aan docent Edward van de Vendel is het te danken dat ze echt dichter is geworden.

Dichter en criticus Erik Jan Harmens schrijft over haar werk: ‘Diets kindergedichten zijn fris, eigen en herkenbaar. Veel mensen schrijven voor kinderen maar echt nieuwe fictie is zeldzaam.’ Op haar weblog Circusdirecteur en andere gedichten voor kinderen vind je gedichten van Nederlandse en Vlaamse dichters.

Wilde je als kind als iets met boeken gaan doen? Zo nee, wat wilde je dan worden?

Nee, ik wilde dierenarts worden. Schrijver worden kwam niet bij me op, ik kende niemand die dat was.

Las je als kind veel en wat waren je favoriete boeken?

Ik las me suf. Floddertje van Annie M.G. Schmidt tot het boek kapot was. Alle delen van In de Soete Suikerbol van W.G. van der Hulst, op saaie zondagen. Sjakie en de chocoladefabriek van Roald Dahl leende ik uit ons schoolbibliotheekje, wel vijf keer achter elkaar, zo goed vond ik het. De serie De Vijf van Enid Blyton, Pietje Bell en de boeken van Karl May over Winnetou en Old Shatterhand. Spannende (jongens)boeken hadden een streepje voor, die speelden we na.

Is het een voordeel voor een schrijver dat je literatuurwetenschap hebt gestudeerd?

Het kan ook een nadeel zijn. Tijdens de studie word je geacht enorme hoeveelheden onleesbare theorie tot je te nemen. Zoiets inspireert niet tot goed schrijverschap. Voordeel vind ik dat ik de Europese literatuur redelijk goed ken, veel stijlen en genres heb gezien, en geleerd heb om teksten snel te analyseren. Misschien gaat het vinden van je eigen schrijfstem dan wat vlugger, maar dat weet ik niet zeker.

Hoe oud was je toen je je eerste gedicht schreef en waar ging het over?

Ik was acht jaar en het gedicht ging over Sinterklaas.

Waarom schrijf je gedichten voor kinderen?

Als ik voor volwassenen probeer te schrijven, komt er onzin uit. Gezwollen taal, te grote woorden. Onzin.
Misschien ben ik van binnen pas elf? Ik weet het niet, ik kan me het beste uitdrukken als ik me een kind voor m’n neus denk.

Wanneer krijg je invallen voor je gedichten en wat doe je dan?

Dat kan dag en nacht. Idealiter heb ik altijd overal een schrijfblokje en pen bij me. Dat gaat wel eens mis. Er zijn hele goede ideeën zoek geraakt. En die schrijfblokjes raak ik soms kwijt.

Heb je iemand voor ogen als je je gedichten schrijft?

Soms mijn neefje van elf. Soms kinderen die ik tegenkom. Ik schrijf altijd vanuit een kindgevoel. Mijn Dietkind.

Prozaschrijvers moeten vaak nog dingen verbeteren aan hun teksten. Hoe zit dat met gedichten, worden die ook geredigeerd?

Ik schrijf net zo lang tot elk woord weet waar het hoort. Een redacteur hoeft dan meestal niet veel meer te doen. Soms hapert dat en herschrijf ik te lang door. Dan is het fijn als een redacteur ‘stop’ zegt.

Er wordt al weinig tijd aan lezen en taal besteed op scholen en gedichten komen op de basisschool waarschijnlijk heel weinig aan bod. Is dat erg? Zo ja waarom?

Natuurlijk! Gedichten huppelen, dat helpt kinderen om taal leuk te vinden en ermee te gaan spelen. Daar worden ze slimmer, weerbaarder en gelukkiger van. Oei, dat klinkt als een saaie reclametekst op een overheidssite, hè?

Wat is het kenmerk van een echt Groothuisgedicht?

Oef. Eh. Misschien moet je dit aan mijn lezers vragen? Ik denk dat ik ogenschijnlijk luchtig schrijf over ogenschijnlijk luchtige dingen?

Voor je bundel ‘Waar ik ben’ kon je geen uitgever vinden in Nederland. Wat vind je daarvan?

Of mijn uitgever Belgisch of Nederlands is maakt me niet uit, als hij/zij maar een mooi boek maakt. Ik ben enorm blij met De Eenhoorn. Ze besteden er veel zorg aan de boeken die ze uitgeven; Waar ik ben is werkelijk prachtig vormgegeven.

Wat vind je leuk aan het schrijven en wat minder leuk?

Leuk: om iets uit niks te maken. Als het me lukt om wat tussen de regels zweeft in woorden te gieten.
Niet leuk: het eindeloze geploeter. Keer op keer denken dat het me nooit weer zal lukken om een goed gedicht te schrijven.

Je schrijft ook columns voor Trouw. Geeft het geen druk om op een vast tijdstip een column in te leveren? Hoe ga je daar mee om?

Ja natuurlijk, maar het geeft ook een fijn ritme. Ik leef heel gestructureerd en haal altijd mijn deadlines.

Schrijvers trekken zich vaak terug in een of andere schrijfruimte. Waar schrijf jij en mag je ook gestoord worden? Wat doe je als het even niet lukt?

Ik huur soms een schrijfhuisje zonder internet in een natuurgebied. Lopen helpt sowieso om schrijfproblemen op te lossen. Soms moet ik trouwens gewoon gaan zitten en schrijven, schrijven, doorschrijven. Dan zie ik later hoe goed of slecht het is. Meestal is het slecht. Dan gooi ik het weg. Of ik kijk een volgende keer of er nog leven in zit. Ik schrijf het liefst als ik alleen ben, ergens waar het stil is.

Heb je al weer een voorraadje gedichten voor een nieuwe bundel en krijg je die nu gemakkelijker gepubliceerd, denk je?

Ik heb sinds het verschijnen van mijn boek nog geen nieuwe gedichten geschreven, maar dat komt vast weer. Marita Vermeulen, mijn uitgever, heeft op de boekpresentatie van Waar ik ben gevraagd of ik snel bundel 2 en 3 wil maken, dus ik maak me geen zorgen.

Wil je je favoriete dichters noemen, maar ook je favoriete schrijvers van proza?

Favoriete dichters, daar heb ik er veel van. Met stip: Eva Gerlach, Thomas Tranströmer, Wislawa Szymborska,
Mark Boog, Mirjam Van Hee, Hester Knibbe, Joke van Leeuwen. Ik kan nog best even doorgaan hoor. Edward van de Vendel, Rob Schouten, Lars Gustafsson, Ingmar Heytze, Erik van Os, Ted van Lieshout, Gil vander Heyden, Leendert Witvliet, Katelijn Pompe, Rainer Maria Rilke, Judith Herzberg, T.S. Eliot.
Nog meer? Er zijn zo verschrikkelijk veel goede dichters!

Favoriete prozaschrijvers, daar heb ik er ook flink wat van. Ik hou van afwisseling. Michael Cunningham, David Mitchell, A.S. Byatt, Jeanet Winterson, Selma Lagerlöf, Guus Kuijer, Benny Lindelauf, Hakan Nesser, Jo Nesbo, Jose Saramago, Stefan Enter, Jean-Claude van Rijckeghem & Pat van Beirs, Michel Faber, Esther Gerritsen.

Maakt een goed gedicht je gelukkig?

Dat ik happy word van een goed gedicht? Ja. Ik word happy van een goed gedicht. HAPPY met hoofdletters.

Andere recensies

Vincent van Gogh – Maria Isabel Sánchez Vegara – Illustraties: Alette Straathof – De vier windstreken – 36 blz. De serie little people, big dreams: biedt informatieve biografieën over mensen die een stempel op deze aarde hebben gedrukt. En natuurlijk is de informatiebron kort...
Lees verder Categorie: Kinderboeken
| Reageer!
Wegloopdagen – Pim Lammers – Illustraties: Sophie Pluim – Querido – 224 blz. Aan iedereen vanaf een jaar of tien die niet weet wat wegloopdagen zijn, raad ik aan om dit fantastische verhaal van Pim Lammers te lezen. Vanuit de tijd dat ik de...
Lees verder Categorie: Kinderboeken
| Reageer!
Stoute schoenen – Bart Van Loo – De Bezige Bij – 848 blz. Met zijn werk De Bourgondiërs behaalde de Vlaamse auteur Bart Van Loo een internationaal succes dat doet duizelen. Liefst 400.000 exemplaren passeerden de toonbank met ondertussen al vertalingen in negen andere...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!