Interview met schrijfster Manon Sikkel

Manon Sikkel is schrijver en journalist. Ze werd geboren in Raamsdonk op 15 september 1965 en groeide op in Hilversum, alwaar ze het Gemeentelijk Gymnasium volgde. Na de middelbare school studeerde ze psychologie en later nog taalwetenschap aan de London School of Economics.
Als journaliste publiceert ze regelmatig in Psychologie Magazine, De Liefde, Margriet en Quest. Ze schrijft over reizen en geld en over wonen en wetenschap, over psychologie en koken, over architectuur en literatuur, over natuur en wilde dieren, over fietsroutes en woningbouw, films en restaurants, verzekeringen. Maar het liefst schrijft ze over mensen en waarom ze doen wat ze doen.

In 2008 verscheen haar eerste jeugdroman: ‘Is liefde besmettelijk? Door IzzyLove’. Een jaar later won ze daar de Hotze de Roos Prijs en later de debuutprijs van de Jonge Jury mee, de twee belangrijkste debuutprijzen voor kinderboeken. Haar boek Is vriendschap4ever? won een tip van de Nederlands Kinderjury in 2010. Als klap op de vuurpijl won ze in 2012 de Prijs van de Nederlandse kinderjury met Hoe word ik een koppelaar? (in 330 eenvoudige stapjes) Door IzzyLove.

Wilde je als kind als iets met boeken gaan doen? Zo nee, wat wilde je dan worden?

Eigenlijk heb ik er nooit aan gedacht om schrijfster te worden. Ik dacht als kind dat ik eerder zou gaan tekenen of toneelspelen. Pas later realiseerde ik me dat ik alleen maar zo veel tekende om de verhalen die ik in mijn hoofd had op papier te zetten. En toneelspelen is ook een vorm van verhalen vertellen natuurlijk.

Las je als kind veel?

Ik deed niets anders dan lezen. Het hielp dat mijn ouders geen televisie hadden. Ik las alle kinderboeken uit de bibliotheek in Hilversum. Ik zocht ze uit op uitgeverij. Eerst las ik alles van Lemniscaat, daarna alles van Bruna, tot ik alle kinderboeken uit had. Op een dag werd ik gevraagd om mee te doen aan een radioprogramma dat werd opgenomen in de bibliotheek. Ik moest boeken lezen en die bespreken voor de radio. Ik was een waardeloze recensent, want ik durfde nooit te zeggen als ik een boek niet goed vond. Dus vond ik alles leuk.

Wat vind je leuk aan het schrijven en wat minder leuk?

Ik vind alles leuk aan schrijven.

Waar haal je jouw ideeën voor je boeken vandaan?

In mijn hoofd heb ik duizenden verhalen. Ik hoef er geen enkele moeite voor te doen. Als ik genoeg tijd zou hebben, zou ik elke week een boek kunnen schrijven.

Lees je andere boeken tijdens het schrijven van een nieuw boek of juist niet?

Ik ben eigenlijk altijd wel bezig met een boek. De afgelopen tien jaar schreef ik drie of vier boeken per jaar. Niet alleen kinderboeken trouwens, ook non-fictie voor volwassenen. Lezen doe ik minder sinds ik schrijf, maar er ligt wel altijd een boek naast mijn bed.

Welk boek van een andere schrijver had je zelf graag willen schrijven en waarom?

Ik ben een Pippi Langkous-fan. Ik zou er een moord voor doen om dat geschreven te hebben. En ik zou ook graag Roald Dahl willen zijn. Ik ben een enorme Dahl-fan. En als ik toch bezig ben, alles van Jane Austen is ook prima.

Veel schrijvers trekken zich terug in een kamer, schuur of andere schrijfruimte. Waar schrijf jij en mag je ook gestoord worden?

Als ik een schuur had, zou ik er zo in gaan zitten. Maar ik woon drie-hoog in Amsterdam. Ik huur wel een kantoortje in de buurt van mijn huis. Een mooie zonnige kamer met vijf meter hoge ramen aan een parkje. Vroeger was het een ziekenhuis. Waar mijn bureau staat gingen vroeger mensen dood. Ik deel het kantoortje met twee journalistes. Als ik vind dat ze te veel lawaai maken, zet ik een koptelefoon op. En een keer per jaar ga ik een paar weken in het huis van mijn moeder zitten. Die heeft een hele fijne villa in Bussum. Dan pas ik op haar planten en zit de hele dag van negen uur ’s ochtends tot middernacht te schrijven.

Kijk je uit naar recensies van je boeken? Lees je ze zelf of laat je iemand van te voren lezen? Wat doet een slechte recensie met je?

Ik krijg de hele dag fanmail. Tientallen lezers per dag die me vertellen dat ik hun lievelingsschrijfster ben. Dat zijn de fijnste recensies die er zijn. De vervelendste was een recensie van Jaapleest, die mijn boek ‘bakvisgeleuter’ vond. Ik vond dat echt onterecht. Gelukkig vergeleek hij me ook met bestsellerauteurs als Carry Slee en Francine Oomen. Die quote heb ik op mijn boeken gebruikt. Zo kun je uit al het negatieve altijd iets moois halen. Overigens krijg ik hele mooie recensies. De Telegraaf noemde me dit jaar de meest populaire kinderboekenschrijfster van Nederland. Dat is natuurlijk helemaal niet waar, maar ik ben er blij mee.

Je hebt dit jaar de Prijs van de Nederlandse Kinderjury gewonnen met Izzy love. Kom je door alle aandacht nog wel aan schrijven toe en ga je nog wat maken naast Izzy Love?

Die prijs is echt een fijne erkenning voor mijn werk. Hij wordt namelijk door kinderen bepaald en niet door een volwassen jury. Ik geloof dat er 35.000 kinderen hebben gestemd. Ik schrijf niet om beroemd of rijk te worden, maar om kinderen aan het lezen te krijgen. Niet met literaire hoogstandjes, maar met toegankelijke boeken die toch spannend, grappig en uitdagend zijn. Dat is die prijs nu heb gewonnen zet me alleen nog maar meer aan om daarmee door te gaan. Kinderen die van lezen houden – jongens én meisjes – hebben daar hun hele leven iets aan. Ik ben nu ook bezig met een nieuwe reeks voor iets jongere kinderen en er liggen plannen voor een prentenboek.

Denk je dat ouders een goed beeld hebben van wat hun kinderen bezighoudt?

Ouders denken bij het zien van mijn boeken al snel dat het niet geschikt is voor hun kind (9-14 jaar). Ze zien al die hartjes op de cover en het woord liefde en zeggen dan dat hun kind daar nog niet mee bezig is. Maar wat die ouders niet weten – en van zichzelf op die leeftijd waarschijnlijk vergeten – is dat alle kinderen op die leeftijd bezig zijn met de liefde. Niet op een volwassen manier natuurlijk, maar vanaf een jaar of negen, tien ontdekken de meeste kinderen de eerste verliefde gevoelens. Jongens zijn niet meer verliefd op de juf, maar op het meisje dat een paar tafeltjes voor hen zit en die ze niet durven aan te spreken. En meisjes beginnen vanaf die leeftijd als een gek met elkaar te praten over jongens. De meeste ouders hebben geen idee waar die kinderen mee bezig zijn. Ze zien hun eigen kinderen nog te veel als kleine kinderen. En dat zijn ze ook. Ze zijn klein en tegelijk zetten ze de eerste stappen op het liefdespad.

Wat zijn de mooiste boeken die je ooit gelezen hebt?

1. Matilda – Roald Dahl
2. Kikker en Pad – Arnold Lobel
3. Pippi Langkous – Astrid Lindgren
4. Winnie de Pooh – Milne
5. Eloise – Kay Thompson
6. Over een kleine mol die wil weten wie er op z’n kop gepoept heeft – Werner Holzwart
7. De GVR – Roald Dahl
8. Gebroeders Leeuwenhart – Astrid Lindgren
9. Oorlogswinter – Jan Terlouw
10. Briefgeheim – Jan Terlouw
11. Raad eens hoe veel ik van je hou – Sam Mc Bratney
12. Kikker is verliefd – Max Veldhuis
13. Waar is de taart – The Tjong King

[pinterest]

Andere recensies

Kip op je kop – Jowi Schmitz – Illustrator: Jeska Verstegen – Querido – 119 blz. Jowi Schmitz is auteur van zowel jeugdboeken als voor volwassenen. Zij studeerde Culturele studies en is naast auteur ook theaterrecensent. Zij heeft voor haar werk onder andere de...
Lees verder Categorie: Jeugdboeken
| Reageer!
SALOMON – Jacqueline Zirkzee – Nobel Boeken – 240 blz. Volgens de uitgever  is SALOMON een dystopisch verhaal over de wereld ná de Toeslagenaffaire, speculatieve fictie met thrillerelement. Wat mij betreft is het veel meer dan dat. De lezer duikt in het leven van...
Lees verder Categorie: Dystopie, Roman
| Reageer!
Wat ik allemaal zou kunnen zeggen – Tiny Fisscher & Katrin Laureijssens – Illustraties: Eva Neirynck – Samsara – 68 blz. Achttien hoofdstukken staan er in dit boek. Te beginnen met het hoofdstuk ‘De vraag’ en eindigend met het hoofdstuk ‘Het antwoord’. De hoofdstukken...
Lees verder Categorie: Filosofie, Kinderboeken
| Reageer!