Jonge vrouw in het leger van Napoleon

IJzerkop – Jean-Claude van Rijckeghem – Querido – 362 blz.

De achttienjarige Constance (Stans) Hoste uit Gent is de oudste in een gezin van vier kinderen. Ze heeft nog twee broertjes, Pieter en Edmond en een zusje, Rozeken. Vader Leopold heeft zes jaar de Latijnse school bezocht en wordt door zijn schoonmoeder een genie genoemd. Moeder Clara was ooit een schoonheid, maar is nu een zeurende middelbare vrouw geworden. Leopold Hoste heeft een stoomzaagmachine uitgevonden die echter niet naar behoren functioneert. De zaken gaan niet goed en hij raakt in financiële problemen. Zijn rijke vriend Lieven Goeminne wil hem helpen, als hij maar mag trouwen met Stans. Tegen de zin van Stans wordt ze uitgehuwelijkt aan de veel oudere Lieven om voor hem een zoon te baren. Ze komt niets tekort, maar het huwelijksleven is voor de felle Stans veel te saai en eentonig.

“Lieven komt elke avond bij me liggen. De derde avond zeg ik dat het pijn doet en vraag of hij kan wachten tot morgen, maar Lieven zegt dat de pijn zal overgaan. Hij heeft immers haast. Hij heeft een zoon nodig. Hij is al vijfenveertig. Hij belooft me dat hij me, zodra ik zwanger word, met rust zal laten. En dus duwt hij met zijn knie mijn benen uit elkaar en likt hij mijn gezicht. Het bed kraakt.”

Intussen worden in Gent jongemannen ingelijfd in het leger van Napoleon. Stans ziet haar kans schoon. Ze vlucht in de kleren van Lieven Goeminne naar Gent. Eenmaal daar aangekomen, neemt ze de identiteit aan van Binus Serlippens, een puisterige bakkerszoon, die al is goedgekeurd voor het leger. Met wat tegenzin stemt Serlippens erin toe dat zij zijn plaats inneemt. Stans wordt soldaat. Daarvoor moet ze allerlei kunstgrepen verrichten. Ze knipt haar haren af, drukt haar borsten plat met een strak gebonden doek en stopt een sok in haar broek. Plassen is een probleem. Ze lost dat op door een blaasbalgbuis te gebruiken, zodat ze staand kan plassen. De buis verstopt ze in haar hoge hoofddeksel. Met haar medesoldaten marcheert ze naar Parijs. Aldaar worden ze ingekwartierd om de oorlog tegen de Oostenrijkers af te wachten. Ze raakt al gauw bevriend met een aantal mannen, speelt spelletjes kaart met hen en slaapt met twee van hen in één bed. Behalve dat ze een nogal bleek, gaaf gezicht heeft, valt niemand wat bijzonders op. Daar moet je dus als lezer in meegaan.

Van Rijckeghem heeft het boek twee verhaallijnen meegegeven. De ene is van Stans en haar belevenissen met de soldaten, die eindigt in de slag om Wenen in 1808. De andere lijn is die van haar broer Pieter (Pier) van veertien jaar die er met een vriend van Lieven Goeminne, Auguste Dupin, op uitgestuurd wordt om Stans op te sporen. Doordat Stans is weggelopen, voelt Lieven zich niet meer verplicht om vader Hoste geldelijk te ondersteunen. Vader wordt failliet verklaard en belandt in de gevangenis. Daar werkt hij aan een ontwerp voor een nieuw kanon dat van nut kan zijn voor de keizer. Pier, een beetje een slappe jongen, met het tegenovergestelde karakter van Stans, krijgt het ontwerp van het kanon mee en moet dat aan Napoleon zien te slijten voor 100.000 francs. Zo kan vader Hoste zijn schulden aflossen en weer een vrij man worden.

IJzerkop is een echt avonturenboek. Van Rijckeghem romantiseert de tijd niet. Hij schuwt niet te benadrukken dat de oorlog een gruwelijk tijdverdrijf was.
Na een veldslag trekt het leger verder zonder te letten op de talloze doden en gewonden op het slagveld. Dan schrijft hij dit:

“Vlees, knoken, schedels zijn vermorzeld door duizenden hoefijzers en geplet door honderden karrenwielen. Op de grond ligt een smerige, stinkende brij die te wansmakelijk is voor woorden. Een groepje mannen, met doeken voor hun monden, gebruikt schoppen om de weg vrij te maken voor de infanterie.”

“Onze schoenen zakken weg in een soep van modder, bloed en verkruimelde botten.”

De taal van Van Rijckeghem is bloemrijk en zijn kennis over die tijd (begin negentiende eeuw) is, voor zover ik kan beoordelen erg groot. De karakters zijn ijzersterk neergezet en als je erin mee kunt gaan dat een jonge vrouw ongemerkt soldaat kan zijn in het leger van keizer Napoleon, dan beleef je aan het lezen van IJzerkop heel veel plezier. Het is spannend, met vaart geschreven, soms grappig en ook nog stiekem leerzaam. Een boek dat een klassieker kan worden.

Pieter Feller

Boek bestellen!

Andere recensies

Een koord boven de afgrond – Cyrille Offermans – De Arbeiderspers – 616 blz. Een iets beschuttere plek misschien (2017), Midden in het onbewoonbare (2020), en dan nu Een koord boven de afgrond (2023): de titels van de gebundelde dagboeknotities van Cyrille Offermans worden...
Lees verder Categorie: Essays, Literatuur
| Reageer!
Breydel – Lisa Demets – Uitgeverij Vrijdag – 265 blz. Op 11 juli 1302 versloegen de volksmilities van enkele Vlaamse steden het prestigieuze Franse ridderleger nabij de stad Kortrijk. De onverwachte nederlaag sloeg in als een bom. Na de slag verzamelde de Vlaamse coalitie...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!
Zo voelt het om een vogel te zijn – Tim Birkhead – Illustraties: Catherine Rayner – Vertaling: Steven Blaas – Lemniscaat – 48 blz. Informatieve boeken zijn bijna nooit heel geschikt om voor te lezen. Zo voelt het om een vogel te zijn is...
Lees verder Categorie: Dieren & Natuur, Non-fictie
| Reageer!