Liever zelf schrijven dan saaie teksten vertalen
Li Lefebure werd op 6 augustus 1970 in Rocourt in België geboren. Ze woont samen met haar vriend en twee zonen Sepp en Bendt in Maastricht. Ze studeerde Frans en Russisch, maar vindt boeken schrijven het allerleukste wat er is. Voor haar boeken doet ze veel research en het maakt haar heel gelukkig als kinderen blij worden van haar verhalen. Haar zoons zijn grote inspiratiebronnen voor haar. Haar allereerste boek maakte de samen met Margot Senden. Intussen droomt ze ervan om een boekenkast vol mooie, spannende boeken te schrijven.
Haar nieuwste boek De reis van Raaf en Papegaai gaat over het zoeken naar de mooiste plek op aarde, het paradijs: Raaf en Papegaai gaan samen op reis. Neef Kaketoe was bij hen op bezoek en vertelde over een geweldige plek die hij had gevonden. Hij noemde die plek het Paradijs. Het was een plek waar het altijd mooi weer was, met genoeg te eten en vriendelijke dieren. Die plek willen Raaf en Papegaai ook wel eens zien. Neef Kaketoe heeft alleen niet verteld waar het Paradijs precies ligt.
Uit wat voor gezin kom je? Werd er veel (voor)gelezen?
Ik ben enig kind, maar wel uit een warm gezin. Ook een hechte familie. Mijn moeder heeft vier zussen en een broer, ik had veel neefjes en nichtjes om mee te spelen. Dat vond ik altijd erg fijn.
Of ik veel werd voorgelezen kan ik me niet meer goed herinneren. Wel weet ik dat ik zelf heel graag las. Ook stiekem met de zaklamp onder de dekens. Wipneus en Pim en Pinkeltje waren volgens mij de eerste boeken die ik zelf verslond.
Wilde je als kind als iets met boeken gaan doen? Zo nee, wat wilde je dan worden?
Ik wilde boeken gaan vertalen, haha. Ik heb Frans en Russisch gestudeerd. Maar uiteindelijk schreef ik toch liever boeken dan dat ik saaie teksten moest vertalen
Las je als kind veel en wat waren je favoriete boeken?
Ik las heel veel. Ik weet nog dat Briefgeheim en Koning van Katoren van Jan Terlouw favoriet waren. Maar ik las ook heel veel de Tintin en Bob et Bobette. De Franstalige Kuifje en Suske en Wiske. Ik heb een Franstalige vader …
Wat vind je het leukst aan het schrijven en wat het vervelendst?
Ik hou ontzettend van het beginproces. De worsteling. Een idee hebben dat nog maar een zaadje groot is. Dat moet ontkiemen. Soms heb ik weken hoofdpijn. Blijf ik er maar mee bezig. Dag èn nacht. Maar ik hou daar zo ontzettend van.
Het vervelendst … ? Ik vind niet veel vervelend. Als ik iets moet noemen is het dat mijn lievelingen de nek moet omdraaien 😉 Stukken tekst waar ik lang op heb zitten broeden uit het manuscript halen. Maar ik weet dat het erbij hoort.
Laat je je inspireren door andere schrijvers?
Ik lees graag werk van anderen. Maar of ze me echt inspireren? Niet in mijn schrijven denk ik. Maar er zijn wel schrijvers die ik enorm bewonder.
Welk boek van een andere schrijver had je zelf graag willen schrijven en waarom?
De boeken van Toon Tellegen. Zijn dierenverhalen. Zij poëzie. Wat een briljante schrijver. Hij raakt je in het hart. Beroert je. Laat je lachen. Ik vind al zijn boeken geweldig.
Veel schrijvers trekken zich terug in een kamer, schuur of andere schrijfruimte. Waar schrijf jij en mag je ook gestoord worden?
Ik schrijf òf thuis aan onze werktafel (als de kinderen op school zijn) of in het koffietentje om de hoek. Ik vind het niet fijn om te schrijven als de jongens thuis zijn. Die roepen elke twee minuten: ‘Mama …’ Maar het hoeft niet stil te zijn. Ik hou van het rumoer van kletsende mensen om me heen. Ook helpt het als ik even vast zit. Ik ga gesprekken afluisteren, bestudeer mensen, maak een praatje … en ga dan weer lekker verder.
Kijk je uit naar recensies van je boeken? Lees je ze zelf of laat je iemand van te voren lezen? Wat doet een minder goede recensie met je of heb je die nog niet gehad?
Ja, stiekem kijk ik toch wel uit naar recensies van boeken. Het is fijn als mensen je werk waarderen. Maar het meest geniet ik van een kind dat op school naar me toe komt en zegt dat mijn boek zijn of haar lievelingsboek is. En dan vraagt wanneer het volgende boek komt. Ik probeer van een slechte recensie te leren. Als er tenminste iets van te leren valt. Anders neem ik er notie van en ga lekker verder met schrijven.
Je hebt drie prentenboeken gemaakt met Margot Senden. Hoe gaan jullie te werk?
Het is geweldig om met Margot samen te werken. Als ik mijn verhaal geschreven heb dan gaan we samen lunchen en proberen we dat wat op papier staat visueel te maken. Hoe ziet zij het voor ogen. Hoe zie ik het voor ogen. We proberen er wel ook altijd wat humor in te stoppen. Het lijntje is kort. Dat is erg fijn. We zijn ook erg goede vrienden geworden.
De reis van Raaf en Papegaai is je nieuwste boek. Waarom heb je voor deze vogels gekozen?
Haha, daaraan zijn Jos en Marianne van De Boekenberg schuld. Ik was daar ruim een jaar geleden voor een boekpresentatie. Zij hadden geweldige handpoppen in de winkel. De Raaf en Papegaai leken me wel te roepen. ‘Koop me!’ Ik heb ze toen gekocht en had meteen door dat er ooit een verhaal over ze geschreven zou worden. Een paar maanden later stonden de eerste woorden op papier.
In Het magische wereldfeestenboek staan talloze feesten van over de hele wereld. Hoe heb je ze gekozen en heb je ze zelf allemaal meegemaakt?
Leuke vraag! Ik was zelf al jaren bezig met feesten die in andere landen gevierd werden. En toen het thema van de KBW bekend werd, Feest, wist ik meteen dat ik er iets mee wilde doen. Andere kinderen laten kennismaken met bijzondere feesten. Het feest dat hoog op mijn prioriteitenlijstje staat/stond was Divali. Bij Esther Keti Koti. Ik heb helaas nog geen van de bijzondere feesten gevierd (behalve Kerst en Halloween in NL natuurlijk). Esther had wel Midzomernacht gevierd. We hebben het dus moeten doen met heel veel research.
Hoe we de feesten gekozen hebben? We hebben de feesten waar wij meer over wilden weten eruit gelicht. Maar eigenlijk zijn er nog veel meer feesten die we hadden willen beschrijven.
Ben je nu met een boek bezig? Kun je een tipje van de sluier oplichten?
Ik ben alweer met een aantal boeken bezig. Samen met Esther ben ik het vervolg op Het magische wereldfeestenboek aan het schrijven. Ook werk ik met Jenny aan een serie kortere verhalen over Raaf en Papegaai. Het eerste deel: Naar het dak van de wereld komt begin februari uit. Het tweede deel een maand of drie later. Verder ben ik nog bezig met een prentenboek uit de serie van Draakje Donatius. Nu vanuit het perspectief van Vigilius, de vos. Maar daarmee zit ik nog in de hoofdpijnfase. Het zaadje moet nog uitkiemen.
Vragen: Pieter Feller