Mariella Manfré vertaalt uit drie talen

Mariella Manfré (Hoorn, 1964) volgde geen vertaalopleiding, maar studeerde Europese Studies aan de Universiteit van Amsterdam. Ze werkte een tijd voor Sanoma o.a. voor de bladen Donald Duck en Tina als (eind)redacteur en chef redactie. Na een reorganisatie is ze begonnen met vertalen. In het begin voornamelijk strips, maar inmiddels steeds meer boeken. Sinds 2014 is ze fulltime vertaler uit het Frans, Engels en Italiaans. Mariella is getrouwd en heeft één zoon. Haar vrije tijd vult ze het liefst met lezen, lekker eten en wandelen in de bossen in de Franse Morvan, waar ze de helft van het jaar woont en hoopt binnenkort definitief naartoe te verhuizen.
Het interview is aanleiding van haar vertaling van Dagboek van een lastpak, deel twee van Virginy L. Sam.

Uit wat voor gezin kom je? Werd er veel gelezen?

Ik heb een Italiaanse vader en een Nederlandse moeder, die helaas allebei al zijn overleden. Mijn moeder las héél veel, net als haar moeder, en ik heb die liefde voor boeken meegekregen. Mijn zus en broer (ik ben de oudste) zijn niet echt lezers, die gingen meer de kant van mijn vader op, die een damesmodezaak had, wat mij nooit echt heeft kunnen boeien.

Welke boeken las je zelf als meisje? Wat waren je favoriete titels?

Ik las als kind zo’n beetje alles wat los en vast zat. Ik weet nog dat ik in de bibliotheek binnen de kortste keren door de boeken voor mijn leeftijd heen was. Ik was dol op boeken als De Vijf. Grappig feitje: in Frankrijk wordt er een serie strips uitgegeven over de boeken van De Vijf. Daar heb ik er nu zes van vertaald en om weer een beetje in te komen ben ik de boeken weer gaan lezen, maar nu snap ik niet meer waarom ik ze vroeger zo geweldig vond…
Mijn favorieten waren De brief voor de koning en De geheimen van het Wilde Woud. Ik wilde ook een ridder worden! Van die boeken kan ik ook nu nog steeds genieten gelukkig.

Welke middelbare school heb je gevolgd? Had je toen al interesse in de Franse taal en cultuur?

Ik heb het gymnasium gedaan, met het ‘pretpakket’: Latijn, Grieks, Nederlands, Engels, Frans, Duits, Geschiedenis en Aardrijkskunde. Ik had niet per se iets met Frankrijk, maar meer met Italië, vanwege mijn Italiaanse vader. Na de middelbare school heb ik een jaar aan de universiteit van Venetië moderne talen gestudeerd (Frans, Engels en Duits), maar ik kon toch niet helemaal wennen, dus kwam ik terug naar Nederland om Europese Studies te doen.

Waarom ben je Europese Studies gaan doen en wat leer je daar precies?

Ik wist niet precies wat ik wilde, maar wel iets met talen, zonder de ambitie om daar les in te gaan geven. Europese Studies leek een leuke mix. Inmiddels is de studie iets anders opgezet, geloof ik, maar toen ik het deed koos je een taal, waarvan je het eerste jaar deed, en na dat jaar koos je een tweede taal en economie of rechten, waarvan je dan een aantal vakken volgde. Ik heb Italiaans als hoofdtaal gedaan, Nieuwgrieks als tweede taal en economie als ‘bijvak’. Uiteindelijk heb ik niet echt iets gedaan met die studie, maar ik denk wel dat het een goede keuze was, want ik vond het leuk om te doen en heb het kunnen afronden.

Manfré klinkt Frans. Is er uitgezocht of je Franse voorouders hebt?

Eigenlijk is het meer Manfrè dan Manfré. In het Italiaans bestaat een soort ‘tussenstreepje’, meer een vinkje, maar omdat dat in het Nederlands niet bestaat is het Manfré geworden. Misschien is het een soort verbastering van Manfredi, wat natuurlijk wel een heel bekende Italiaanse naam is.

Je vertaalde aanvankelijk stripverhalen, maar nu ook andere boeken. Voornamelijk kinderboeken of ook voor volwassenen?

Ik vertaal voornamelijk kinderboeken inderdaad en dat vind ik ook het leukst om te doen. Eigenlijk vind ik kinderboeken ook het leukst om te lezen, want dat zijn vaak van die heerlijke fantasieverhalen waarin je echt kunt wegdromen. Maar af en toe volwassen boeken tussendoor is altijd fijn voor de afwisseling. Hoewel dat met strips ook al lukt. Dat zijn natuurlijk meestal kleinere projecten, met heel uiteenlopende onderwerpen. Die afwisseling vind ik wel belangrijk, anders zou ik denk ik te snel verveeld raken.

Waarom vertaler uit het Frans? Of vertaal je ook uit andere talen?

Ja, ik vertaal ook uit het Engels. En uit het Italiaans. De strips zijn meestal in het Frans. Frankrijk is natuurlijk een heel groot stripland. De jeugdboeken die ik vertaal zijn meestal Engels. En uit het Italiaans heb ik tot nu toe alleen nog maar volwassen boeken vertaald. En af en toe een strip.

Vertaal je alleen van Frans naar Nederlands of ook andersom?

Nee, nooit andersom. Daar is mijn Frans niet goed genoeg voor. Ik denk dat het sowieso moeilijk is om te vertalen naar een taal die niet je moedertaal is.

Om in deze tijd kinder- en jeugdboeken te vertalen moet je toch aardig wat weten van hun gewoonten en taalgebruik. Wat zijn jouw bronnen op dit gebied?

Ik heb natuurlijk een tijd gewerkt voor de jeugdbladen van Sanoma (inmiddels DPG) en vertaal ook nu nog strips voor het blad Tina, en soms voor ZoZitDat. Ik heb een abonnement op de Tina, dus dat is een goede bron. Verder lees ik veel kinderboeken, van andere vertalers, maar ook oorspronkelijk Nederlands. En ik heb een neefje van 12 en een van 8, die ik soms raadpleeg in geval van twijfel.

Woordspelingen in een andere taal zijn vaak moeilijk te vertalen. Hoe pak je dat aan?

Tja, dat verschilt natuurlijk heel erg van geval tot geval. Met name de Fransen zijn goed in woordspelingen en dat is in strips vaak extra lastig, omdat de tekst niet alleen in de ballonnetjes moet passen, maar er dan ook nog een plaatje bij staat, dus dan kun je er niet zomaar iets anders van maken. Soms kun je niet anders dan de grap maar gewoon te laten vallen, en dan kijken of je op een andere plek een soortgelijke grap kunt maken. Meestal lukt dat wel. In boeken is het anders, daar heb je wat meer vrijheid. In de Kapitein Onderbroek-boeken die ik vertaal zitten altijd veel woordgrapjes. In elk boek komt het wel een keer voor dat de twee hoofdpersonen, Sjors en Harold, een bericht op een mededelingenbord op school veranderen in iets stouts. Dus dan komt hier thuis de doos Scrabble tevoorschijn om met de letterblokjes te schuiven en puzzelen. Zo leuk!

Als je op een lastig stuk in een boek stuit, sla je dat dan over of moet je van jezelf eerst zo’n hobbel nemen?

Ik probeer altijd of ik er meteen iets op kan verzinnen, maar als het niet direct lukt, laat ik het in de oorspronkelijke taal staan, arceer ik het en laat ik het sudderen tot me iets te binnen schiet of ik er verder op ga ‘kauwen’ in een volgende ronde.

Tenslotte: Welke boeken waar je zelf dol op bent, wil je onze lezers aanraden?

Afgelopen kerstvakantie ben ik de Thursday Next-serie van Jasper Fforde weer gaan lezen. Geweldige boeken! Deel 1, The Eyre Affair, is ooit vertaald naar het Nederlands, maar de rest niet.

Verder ben ik dol op Victoria Schwab. De Boekerij heeft een aantal van haar boeken laten vertalen. De kleuren van magie-serie bijvoorbeeld, vertaald door Inge Pieters. Of Het onzichtbare leven van Addie Larue, vertaald door Merel Leene.

Qua heerlijk weglezen is de Twisted Tales-serie een aanrader. De Disney sprookjes, maar dan nét even anders. De eerste drie zijn inmiddels in het Nederlands uitgegeven door Big Balloon en vertaald door Sandra Hessels.

O, en de boeken van Enrico Galiano, die bij Luitingh-Sijthoff verschijnen in vertaling van Henrieke Herber. Zijn eerste boek De bijzondere woorden van Gioia vond ik zo geweldig dat ik een beetje huiverig was om zijn tweede boek te lezen, maar ik vond Sterker dan elk afscheid zo mogelijk nóg mooier.

Mijn favoriete Nederlandse kinderboekenauteur is denk ik Joke van Leeuwen. Maar het kinderboek waar ik afgelopen jaar het meest van heb genoten was Mot en de Metaalvissers van Sanne Rooseboom.

Het leukste boek dat ik zelf heb vertaald (hoewel ik bij bijna elk boek dat ik vertaal zeg dat het het leukste boek ooit is, was dit écht heel bijzonder) is Lang leve Jane (My Lady Jane), van Cynthia Hand, Brodi Ashton en Jodi Meadows, verschenen bij Uitgeverij Moon. Het verhaal van de 9-dagen koningin Jane Grey, zoals het volgens de auteurs had moeten gaan. Een hilarisch boek, echt een genot om te vertalen.

Vragen: Pieter Feller

 

Andere recensies

Coco en het gekke ding – Loes Riphagen – Gottmer – 36 blz. Coco, het kleine vogeltje dat iedereen natuurlijk al kent van de vorige delen is in dit boek weer lekker aan het spelen met haar vriendjes. Eekhoorn, kikker, egel en Coco zien...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
Een koord boven de afgrond – Cyrille Offermans – De Arbeiderspers – 616 blz. Een iets beschuttere plek misschien (2017), Midden in het onbewoonbare (2020), en dan nu Een koord boven de afgrond (2023): de titels van de gebundelde dagboeknotities van Cyrille Offermans worden...
Lees verder Categorie: Essays, Literatuur
| Reageer!
Breydel – Lisa Demets – Uitgeverij Vrijdag – 265 blz. Op 11 juli 1302 versloegen de volksmilities van enkele Vlaamse steden het prestigieuze Franse ridderleger nabij de stad Kortrijk. De onverwachte nederlaag sloeg in als een bom. Na de slag verzamelde de Vlaamse coalitie...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!