Meester observator
Een tweede leven – J.C. Sherriff – Vertaling: Inge Kok – Atlas – Contact – 333 blz.
Vroeger, nu spreek ik over de vorige eeuw, woonde in elke straat in Engeland en ook in Nederland wel zo’n echtpaar. Het echtpaar dat Sherriff opvoert in Een tweede leven. Een echtpaar dat niemand tot last wil zijn. Vooral de vrouw des huizes loopt zowel voor haar echtgenoot als voor de buren op haar tenen om geen aandacht te trekken. Overal probeert ze de goede vrede te bewaren. Het is de bescheiden menssoort die bijna is uitgestorven. In dit boek zijn het Edith en Tom Baldwin. Door Sherriff meestal nogal afstandelijk ‘meneer en mevrouw Baldwin’ genoemd. Meneer Baldwin die gedurende 40 jaar is opgeklommen tot een mooie positie bij een verzekeringsmaatschappij is 58 jaar oud en dat was destijds (jaren twintig vorige eeuw) de leeftijd om met pensioen te gaan. Dat lijkt vroeg, maar mensen werden destijds ook veel minder oud.
Op de dag van zijn pensionering, als hij met de trein naar de buitenwijk van London reist waar hij woont, leest hij een naar bericht in een rondslingerende krant. Een gepensioneerde zag het leven niet meer zitten en heeft zich opgehangen. Eerst raakt meneer Baldwin er een beetje van in de put, maar dan klimt hij uit het dal en neemt zich voor dat de pensionering een start is voor een nieuw leven, een tweede leven. Wat is 58 jaar tenslotte? Helemaal niet oud, een man nog haast in de kracht van zijn leven. Hij maakt wilde plannen, zoals het ontdekken van nieuwe archeologische vindplaatsen. Maar eerst neemt hij zich voor om elke morgen de tuin bij het huis, Grasmere genaamd, onder handen te nemen. Sherriff beschrijft de tuin als een zompige, mossige omgeving waarin Baldwin tevergeefs probeert wat leven te blazen.
Hij harkt de bladeren bij elkaar die de wind weer net zo snel door de tuin blaast. Als hij op zoek gaat naar een bezem, vind hij alleen die van de huishoudster, Ada. Ada is een zeventigjarige vrouw die zo haar vaste routine heeft. Ze woont op zolder. Ze kookt en houdt het huis schoon. Ada is woedend als meneer Baldwin de aftandse bezem wil gebruiken om het tuinpad te vegen. Het is haar bezem! Mevrouw Baldwin doet haar best om zowel Ada als haar man tevreden te stellen. Ze is een vrouw die nooit heeft gewerkt en zich volkomen kan wegcijferen. Als de Baldwins besluiten om ’s ochtends wat uit te gaan slapen, dan stuit dat ook weer op bezwaren van Ada. Morrend legt Baldwin zich neer bij de eisen van de huishoudster, want om het oude mens te ontslaan, gaat hem weer te ver.
Baldwin leest ondertussen in een oude encyclopedie en probeert een onderwerp te vinden waarin hij zich meer kan verdiepen om alsnog zijn plannen om een grote archeologische ontdekking te doen, ten uitvoer te brengen. Over wat hij leest wil hij eigenlijk wel praten met zijn vrouw, maar die heeft geen interesse en Tom vindt haar ook te dom om de dingen die hij leest te snappen. Al snel valt hij, doordat hij ook zijn interesse verliest, dan ook regelmatig boven zijn boeken in slaap. Het opknappen van de tuin wil maar niet vlotten. Hij verbrandt de bladeren en allerlei rommel die hij in de schuur vindt. Als dat klaar is, weet hij ook niet meer wat hij moet doen. Om in een beter humeur te komen, nodigen ze ex-buren uit. Ze kopen wijn en hapjes. Die aankopen slaan meteen een gat in hun budget, dus verder worden er geen mensen meer uitgenodigd. Een vetpot is zijn pensioen niet. Baldwin lijkt dezelfde kant op te gaan als de gepensioneerde man uit het krantenartikel.
Edith stelt voor om weer eens een lange wandeling te gaan maken. Een wandeling die ze vroeger vaak maakten. Het is er meer dan twintig jaar niet van gekomen. Ze pakken de trein en beginnen aan de wandeling van vijf kilometer door Welden Valley. Na afloop gaan ze thee drinken in de plaatselijke pub. Maar zoals dat gaat als je lange tijd een plek niet hebt bezocht, zijn er dingen veranderd. Op een van hun favoriete heuvels worden huizen gebouwd. Baldwin is er ontstemd over, maar als ze een aardige jongeman tegenkomen die hen een van de afgebouwde huizen van binnen laat zien, slaat zijn stemming om.
Thuisgekomen hebben zowel Edith als Tom dezelfde gedachte. Waarom niet een huis gekocht in die mooie omgeving? Wat volgt is het proces van de poging tot verkoop van hun oude huis en de mogelijke aanschaf van hun nieuwe. Het is passen en meten met het geld, Sherriff beschrijft het allemaal heel precies en met humor. Hij laat het echtpaar zwalken tussen hoop en wanhoop en de lezer heeft geen idee welke kant het zal opgaan. Sherriff is een meester in het observeren en beschrijven van menselijk gedrag en menselijke trekjes, dat was ook al te zien in zijn eerder vertaalde boek, dat een bestseller werd in Nederland, Twee weken weg. Hij lijkt de kleinburgers uit die tijd heel goed te kennen. Vooral zijn beschrijvingen van hun angsten om op te vallen en een ander te kwetsen, beschrijft Sherriff fantastisch. In Een tweede leven, is dat treffend gedaan. Het is dan ook een boek om zeer van te genieten.
Boek bestellen!