Ode aan de uil
De magie van uilen – Miriam Darlington – vertaling Rob van Moppes – Prometheus – 336 blz.
De uil heeft zowel in nonfictie als fictie een grote rol gespeeld in de literatuur van vroeger tot nu. Vooral vroeger zien we ze terug in veel vormen van bijgeloof en ook nog eens zeer tegenstrijdig: de uil staat zowel symbool voor wijsheid (de Griekse godin Athena wordt vaak afgebeeld met een uil en zij is de godin van de wijsheid) als domheid (een uilskuiken zijn). Ook sprookjes zijn een geliefde plaats voor de uil om zich op te houden om, zittend op een boomtak, vol wijsheid de gebeurtenissen gade te slaan. En dan spreken we nog niet eens over de populariteit van de sneeuwuil uit de boeken en films van Harry Potter. Uilen zijn waarschijnlijk zo fascinerend omdat ze vooral ’s nachts actief zijn en door hun geluidloze vleugslag plotseling komen opduiken.
Stel dat je een uil op zijn nachtelijke vlucht zou kunnen begeleiden, wat zou je dan overkomen? De magie van uilen van Miriam Darlington bespreekt deze zaken. Ze is naar alle plekken in het Verenigd Koninkrijk en verder Europa in getrokken waar uilen gespot kunnen worden en heeft ze daar uitgebreid geobserveerd. Ze wil alles weten over hun plaats in het ecosysteem, waar ze zijn er waar niet en waarom. Wat is de reden dat we ze hebben opgenomen in onze folklore of ze als huisdieren in uilenshows tentoonstellen, terwijl we ons zorgen moeten maken over hun voortbestaan in het wild. Haar veldwerk verloopt niet altijd even ordelijk, maar ze weet, zowel dicht bij huis als aan de periferie van de Noordpool de oeroude verhalen en de werkelijkheid zodanig van elkaar te onderscheiden, dat we een magnifiek beeld krijgen van deze prachtige gevederde roofdieren.
Er zijn dertien soorten inheemse uilen (acht staan er in dit boek) in Europa en Darlington gaat ze allemaal in het wild bekijken, met wisselend resultaat. De bosuil is vrij gemakkelijk af te vinken; zo ook de kerkuil en de steenuil. Maar anderen blijken ongrijpbaarder. De oehoe vereist een reis naar Finland en de ransuil naar Servië. In deze fragmenten lijkt het ook een beetje op een reisverslag. Naast genoemde soorten beschrijft ze ook de dwerguil, de velduil en de sneeuwuil. De laatste heeft ze net gemist na waarnemingen op Orkney en in Cornwall.
De magie van uilen bevat alarmerende feiten en cijfers – grotendeels te danken aan veranderingen in habitats, er zijn nu minder dan 5.000 paar kerkuilen in het VK. Ook allerlei anekdotes over uilen passeren de revue. Florence Nightingale bijvoorbeeld, hield een steenuiltje, Athena, dat ze eerst gered had, als een huisdier, totdat ze naar de Krim werd opgeroepen, waarna de verlaten vogel thuis op de zolder achtergelaten werd om te verhongeren. (“Arm kleine beestje, treurde Florence, het was vreemd hoeveel als ik van jou hield.”). In Frankrijk krijgt ze ruzie als ze bemerkt dat veel van onze beschermde gevederde vrienden daar een culinaire lekkernij zijn. Wat ze over haar ‘ontmoetingen’ met uilen ook vertelt, het is bijzonder interessant voor zowel leken als ornithologen. Bijzonder is haar besef, dat ook haar observeren verstorend voor de vogels kan werken. Het toont haar respect voor de dieren en de natuur. Ze heeft in haar contacten met vogelaars en haar eigen observaties zoveel andersoortige kennis opgedaan dat dit boek het waard is naast de vele andere boeken over deze vogelsoort te zijn verschenen.
Er is ook iets in het boek te ontdekken dat mij minder beviel: ze vertelt alles, of het relevant is of niet: haar laatste droom, haar gevoelens over Brexit, haar gesprek met de man die naast haar zat in het vliegtuig naar Belgrado. Moeten we weten dat ze aan Anita vraagt wat ze gaat eten vanavond? Van een heel andere orde is het verhaal over haar zoon Benji. Hij lijdt aan asperger en heeft toevallen. Toen ze met haar uilenproject begon, openbaarde zich zijn ziekte en ze overwoog te stoppen. Maar Benji ging ook van de uilen houden, zodat ze met de steun van haar man en dochter toch kon doorzetten, wat therapeutisch op het hele gezin heeft gewerkt. Dat maakt dat het past in dit boek en het niet één van die niet te pruimen leedverhalen is die je tegenwoordig nogal eens tegenkomt.
De schrijfstijl van Darlington is plezierig en beeldend, zodat duidelijk wordt hoezeer zij zich met haar studieobjecten vereenzelvigt. Een enkele keer leidt dit tot overdrijving: “Slechts één blik op deze uil (oehoe) stort elke gedachte aan lieflijkheid in de vlammen van Hades.”
Wat dit boek voor haar zelf betekent, heeft ze zeer treffend in een interview verwoord: “…wat me interesseert, is dat het schrijven over de natuur uiting geven is aan een diepe bezorgdheid over wat er in onze omgeving wordt bedreigd. [….] We leven in een ecosysteem dat beschadigd is; plastic in de oceaan, het uitsterven van vogelsoorten, invasieve soorten, antibioticaresistentie … we leven in onzekere tijden en mensen hebben honger naar het wonder, het inzicht…”
Miriam Darlington studeerde af op moderne talen aan de Sussex University. In 2007 begon ze met schrijven. Sinds 2013 is ze docent Engels en Creatief Schrijven aan de universiteit van Plymouth. Ze woont in Devon met twee kinderen, een hond, twee katten, vier kippen en een man.
Windfall (2008) is haar bekroonde poëziedebuut. Sindsdien profileert ze zich vooral als schrijfster over de natuur. Eerst met het goed ontvangen “Otter Country: In Search of the Wild Otter” (2013), waarop ze is gepromoveerd. Na dit succes volgde dit jaar Owl Sense dat bij ons vertaald is als De magie van uilen.
Kees de Kievid