Ontroerende memoires
Je ziet mij nooit meer terug – Sonja Barend – Bezige Bij – 283 blz.
Sonja Barend had oorspronkelijk de bedoeling een boek te schrijven over haar jaren bij de televisie, maar al schrijvende kwam er iets heel anders naar boven, namelijk de raadselachtige verdwijning van haar Joodse vader. Dat werd dan ook een van de belangrijkste onderwerpen van deze memoires.
“Er werd aangebeld.
Mijn moeder deed open.
In het halletje stonden twee Nederlandse mannen.
Mijn moeder stond twee trappen hoger.
Achter elkaar aan kwamen ze, ongevraagd naar boven, keken omhoog en een van hen zei: ‘Is uw man thuis, mevrouw?’
Ze zei: ‘Ja meneer.’
En weg was mijn vader, voorgoed.”
Zijn laatste woorden waren. “Je ziet mij nooit meer terug.”
Sonja’s vader werd op 23 juni 1942 geïnterneerd in het Oranjehotel in Scheveningen, vandaar ging hij op 16 december naar Westerbork. Op 11 januari 1943 werd hij naar Auschwitz gedeporteerd. Zijn precieze overlijdensdatum is niet bekend, maar hij is uiterlijk op 30 april 1943 overleden. Sonja wordt als tweejarige ondergebracht bij de Rooms-Katholieke ouders van haar moeder in Alkmaar. Pas twee jaar na de oorlog keert ze terug naar haar moeder in Amsterdam. Haar moeder was intussen hertrouwd en er was ook al een broertje geboren.
Barend doet allerlei ontdekkingen over haar verleden en over haar vader, maar haar moeder, over wie het heel veel gaat in dit boek, werkt niet mee. Als Sonja vraagt naar de verdwijning van haar vader en waarom ze naar haar opa en oma moest, geeft haar moeder niet thuis. “Het is allemaal zo lang geleden kind. Ik weet het niet meer.”
Sonja Barende interviewde duizenden personen en wist van alles uit ze los te krijgen, maar durfde bij haar moeder niet door te vragen. Als ze over haar vader begon, stuitte ze meteen op een muur. Tenslotte durfde ze er niet meer over te beginnen.
Het boek begint met de ontmoeting met Sonja’s huidige man, die ze A. noemt. Ze werd door kennissen aan hem gekoppeld. A. was destijds een architect met drie dochters. Ze kennen elkaar intussen meer dan 35 jaar.
In de jaren zestig trouwde Sonja Barend met Ralph Inbar, die ze had leren kennen tijdens het begin van haar televisiecarrière. Hij was regisseur bij talloze programma’s. Ze gaf haar televisiewerk in Nederland op en volgt hem naar Israël als hij daar, na de zesdaagse oorlog, de Israëlische televisie op poten gaat zetten. Ze heeft het er moeilijk en voelt zich buitengesloten, omdat ze geen Hebreeuws spreekt. Ze woont er enkele jaren, leert Hebreeuws, presenteert een paar amusementsprogramma’s en laat zich bekeren tot het Joodse geloof.
“Ik heb nu de officiële bevestiging dat ik Joods ben, al is het dan op een onhandig uit een schoolschrift gescheurd vel ruitjespapier.
Mijn vader was beter af geweest zonder zo’n verklaring.”
Je ziet mij nooit meer terug gaat van het heden naar het verleden en weer terug. Telkens komt het feit, dat Barend niet weet wat er precies met haar vader is gebeurd, weer ter sprake. Ondanks de zwijgzaamheid over dit feit, heeft Sonja Barend tot het eind veel van haar moeder gehouden. Zij en haar twee broers hebben haar in de laatste jaren van haar leven liefdevol verzorgd. Je ziet mij nooit meer terug geeft geen compleet beeld van het leven van Sonja Barend. Zo laat ze bijvoorbeeld niets los over haar scheiding van Ralph Inbar en haar terugkeer naar Nederland. Het is een ontroerend verhaal geworden dat bovendien in een mooie stijl is geschreven. Mensen die van haar talkshows hebben genoten, zullen dit boek dan ook zeker met veel plezier lezen.