Op zoek naar het middenrijk
Lotharingia – Simon Winder – Vertaling: Conny Sykora & Margreet de Boer – Unieboek Het Spectrum – 504 blz.
In 843 verdeelden de kleinzonen van Karel de Grote het grote Karolingische Rijk. Karel de Kale kreeg het westelijk gedeelte van het Rijk (het latere Franse koninkrijk), Lodewijk de Duitser ontving het oostelijk deel (het latere Duitsland). Het middengebied was voor Lotharius. Wat in de sterren stond geschreven, liet niet lang op zich wachten: de machtige buren aasden op het middenrijk en verdeelden het uiteindelijk. Een gedeelte van het gebied zal een conflictzone blijven tot de Frans-Duitse Oorlog van 1870. In zijn boek Lotharingia reconstrueert Simon Winder de conflictueuze geschiedenis van dit gebied dat in het hart van Europa ligt.
De Britse uitgever is met dit lijvig boek niet aan zijn proefstuk toe. Het met enkele zwart-witafbeeldingen en kaarten geïllustreerde Lotharingia vormt het derde deel van een trilogie. Eerder publiceerde hij reeds Germania over de geschiedenis van het gebied dat overeenkomt met het huidige Duitsland. In het boek Danubia concentreerde hij zich op de Habsburgers en de ruime omgeving van de Donau, hun thuisbasis
In zijn inleiding bakent Winder het gebied af dat hij zal bespreken. In het zuiden ligt de grens op het punt waar de Rijn de Bodensee verlaat, inclusief de oevers van de Rijn en de noordelijke Zwitserse kantons. Buiten Zwitserland worden de gebieden langs beide oevers van de Rijn mee in beschouwing genomen. In het huidige Nederland splitst de Rijn zich in een aantal takken. Deze regio neemt de auteur ook mee in zijn boek alsook het huidige België en Noord-Frankrijk tot aan de Somme.
In wat volgt neemt Simon Winder de lezer mee in de turbulente geschiedenis van het middenrijk. Opvallend in zijn aanpak is dat de auteur effectief het ganse gebied heeft doorkruist. Zowat iedere kerk, museum, herdenkingsplaats en stad heeft hij gezien. Hij vertelt op een aanstekelijke en enthousiaste manier over zijn bezoeken aan deze plaatsen. De cisterciënzerabdij van Altenberg, de wandtapijten in het museum van Middelburg, Aken, de Madonna van Michelangelo in Brugge, Maastricht, het Romeinse fort van Saalburg, de kathedraal van Freiburg, Gent, Dinant, Leiden. De lijst zou waarschijnlijk veel korter geweest zijn als de auteur had opgegeven waar hij niet was gepasseerd. Talrijke wetenswaardigheden en details zijn opgenomen in het boek. Maar detaillering heeft ook zijn keerzijde: de correctheid komt soms in het gedrang. Een voorbeeld: Maria de Rijke (Maria van Bourgondië) stierf niet door een gebroken rug maar door een longperforatie gevolgd door een besmetting. Tussendoor mengt de auteur nog enkele (toegegeven: soms hilarische) familiale avonturen in het verhaal.
Simon Winder heeft in al zijn enthousiasme te weinig in zijn tekst geschrapt. Net zoals hertogen, koningen, keizers en generaals over elkaar tuimelden in deze streek, zo valt hij over zijn eigen woorden. Als hij in het midden van het boek de plans-reliëfs van vestingsteden in het Palais des Beaux Arts in Lille (Rijsel) beschrijft, heeft hij al een bladzijde commentaar gegeven op de oninteressante collectie beeldhouwwerken uit de negentiende eeuw in hetzelfde museum. In de Belgische badstad Oostende bespreekt hij wat te zien is in het Noordzee-aquarium, om daarna nog eens te passeren langs het standbeeld van Leopold II om ten slotte te eindigen bij James Ensor. De talrijke uitweidingen zijn ook een gevolg van het gebied zelf dat hij bespreekt. Gezien het middenrijk de speelbal en het slagveld was van gans Europa moet eigenlijk de volledige geschiedenis van West- en Centraal-Europa bij het verhaal gesleurd worden. Dit leidt soms tot langdradige tekstgedeelten.
Maar Winder komt er met zijn enthousiasme en humor toch mee weg. Ondanks het feit dat hij geen academische titel in geschiedenis draagt, is hij duidelijk zeer sterk onderlegd in de materie. Hij legt ook zijn eigen accenten. Zo wijst hij erop dat de denkbeelden van de Reformatie niet zo succesvol zijn geweest. Een groot deel van Europa bleef immers vreedzaam katholiek. Verder benadrukt hij zeer sterk dat de vroegere samenlevingen niet als minderwaardig mogen worden beschouwd. De middeleeuwen beschouwt hij als een van de opwindendste, meest optimistische en prettigste periodes uit de hele Europese geschiedenis. ‘Zoals gewoonlijk zouden we kunnen jeremiëren over een lage levensverwachting, slechte hygiëne en het afstompende, zware werk op het land, maar daarmee steunen we het neerbuigende en intellectueel gezien ongefundeerde idee dat eigenlijk alle vroegere menselijke activiteit overal ter wereld beklagenswaardig en minderwaardig geweest is omdat er nog geen breedbandcommunicatie bestond.’ Tot slot is de auteur vol lof over de Republiek der Nederlanden in de Gouden Eeuw waarbij de stad Leiden onmiskenbaar zijn voorkeur wegdraagt.
Wie geïnteresseerd is in de geschiedenis van onze gewesten krijgt met dit boek niet alleen een opfrissing van feiten maar doet bovendien heel wat ideeën op voor bezoeken aan historisch interessante plaatsen.
Kris Muylle
Boek bestellen!