Oud maar niet verouderd
Dagboek van een provincievrouw – E.M.Delafield – Vertaling: Anne Roetman – Karmijn – 256 blz.
E.A.Delafield (1890-1943) schreef De Provincievrouw aanvankelijk als feuilleton in een feministisch tijdschrift. Het groeide uit tot een bestseller die in vier delen werd uitgegeven. Sinds de uitgave in 1930 is het boek altijd in druk gebleven en nu voor het eerst in het Nederlands vertaald. Hoewel de hoofdpersoon in het boek nergens bij naam genoemd wordt, is wel duidelijk dat het sterk autobiografisch is. De hoofdpersoon is een vrouw uit de Engelse middenklasse ergens op het platteland. Ze is getrouwd met Robert, een ietwat sullige en zwijgzame man die niet veel in te brengen heeft. Ze hebben twee kinderen, Robin die sinds kort op kostschool zit, en Vicky. Voorts hebben ze de verantwoordelijkheid over een kokkin, dienstmeisje en kinderjuffrouw, Mademoiselle. Het personeel zorgt steeds voor de nodige problemen, bij het minste geringste dreigen ze op te stappen.
In haar dagboek schrijft ze over de dagelijkse beslommeringen en verplichtingen die het leven van een (redelijk) welgestelde vrouw met zich meebrengt. Dit doet ze op zeer humoristische wijze en met rake observaties. Het is een genot om te lezen, je ziet de personages zo voor je. Zo is daar lady Boxe, door de schrijfster Lady B genoemd, de arrogante werkgeefster van haar man, hij is haar rentmeester. In het dorp heeft iedereen een hekel aan haar, maar aangezien velen afhankelijk van haar zijn wordt er flink wat gehuicheld en toneel gespeeld.
Lady B kan behoorlijk venijnig uit de hoek komen, als de ‘provincievrouw’ langs de weg wandelt, wordt ze ingehaald door Lady B in haar Bentley.
“De chauffeur stopt vlak naast me en Lady B nodigt uit in de auto plaats te nemen. ‘Stap in, Stap in, geeft niet dat je modderige schoenen hebt’ waardoor ik me een boerenpummel voel”.
En als ze vertelt over haar voorgenomen reis naar Zuid-Frankrijk biedt Lady B aan informatie in te winnen over de meer betaalbare pensions. Hier raakt ze een heikel punt, want er is ook altijd geldgebrek. De vele verplichtingen kosten nogal wat geld en regelmatig moet ze sieraden of voorwerpen naar de pandjesbaas brengen om de eindjes aan elkaar te knopen. Ze verkoopt haar kleding (en ook maar wat stukken van haar man buiten zijn medeweten), hetgeen niet veel oplevert en al snel moet ze weer nieuwe kleding aanschaffen…
De relatie met de domineesvrouw wordt ontzettend leuk beschreven. Zij komt op onverwachte momenten langs en blijft lang hangen. Hilarisch moment als deze ‘s avonds laat vertrekt en haar auto niet wil starten. De hoofdpersoon en haar man moeten de auto aanduwen en als deze uiteindelijk wegrijdt, doen ze snel alle lichten uit, bang dat ze weer terugkeert.
De afhankelijkheid van Mrs Blenkinsop, een kennis uit het dorp, van de betuttelende Nicht Maud is van alle tijden. Dat is ook de kracht van dit boek, het is doet nergens verouderd aan en de personages en karakters zijn ook nu heel herkenbaar! Enig minpuntje vind ik de conversatie met de kinderjuffrouw Mademoiselle . Deze gaat in het Frans, alhoewel het maar enkele zinnen zijn, houdt het toch op. Ik moest regelmatig het woordenboek erbij pakken, omdat mijn schoolfrans tekort schoot. Dagboek van een provincievrouw is een heerlijk boek, geweldig dat er nu eindelijk een Nederlandse vertaling op de markt is.
Nelleke Feller