Soms heb je iemand nodig die je aan de hand neemt
Kieuw β Saskia Maaskant β Davidsfonds Infodok β 231 blz.
Als de grootmoeder van Filia, die ze Omafelie noemt, overlijdt, blijft Filia alleen achter in het grote huis in een stadje aan het water. Filia is wereldvreemd, want door haar oma altijd binnengehouden en denkt haar teruggetrokken leventje gewoon te kunnen voortzetten. De enige mensen die ze zag waren Waldemar de boodschappenjongen en Timber de postbode. Mannen die in het verhaal een voorname rol spelen.
Zelden gaat Filia de deur uit, maar als ze dat toch een keer vol van angst gaat doen, gaat ze bij de banketbakker een brood te kopen en daar achter de toonbank staat Kersten, Kers voor vrienden. Ooit, lang geleden is zij op de kleuterschool Filiaβs vriendinnetje geweest, tot Omafelie haar thuishield en Filia Kers vergat.
Kers trekt zich het lot van de eenzame Filia aan en dringt zich op een nogal bruuske manier aan haar op, door bij haar in te trekken en haar bij de hand te nemen om het leven nu eindelijk eens te gaan ontdekken. Kers wervelt als een frisse wind door het bedompte en verstofte huis. Je ziet dat Filia zich in gedachten tegen Kers en haar opfrismethoden verzet, maar in werkelijkheid trekt ze haar mond niet open en langzamerhand lukt het Kers om Filia uit haar isolement te halen. Kers sleept Filia mee, maar laat haar ook op tijd weer los, alhoewel Filia dat haar heel kwalijk neemt. Dit is de eerste lijn in Kieuw.
De tweede lijn is het dagboek van Omafelie – in gouden letters weergegeven – dat Filia leest. Een verslag van omaβs jeugd en haar onmogelijke liefde voor Kay Kieme, een bijzondere jongen met bijzondere eigenschappen. Lag ergens in dat verleden van oma en Kay de reden dat Omafelie zich afsloot van de buitenwereld? Saskia Maaskant weeft de twee lijnen keurig door elkaar om ze in een mooi slotakkoord te laten eindigen. Ze heeft het vermogen om de verschillende karakters in het boek tot leven te laten komen. De introverte, verlegen Filia, de extraverte Kers, de klunzige Timber en de stoere Waldemar zijn allemaal levensecht. Als lezer leef je vooral mee met de lieve, weerloze Filia.
Maaskants proza sprankelt en hier en daar ontdek je kleine taalparels. βDe wekker gaat. Filia geeft een harde klap. Vlak voordat ze de stroperige slaapmist weer induikt, denk zeβ¦β of βZe ziet hoe hij het pad afloopt. Bij iedere stap die hij zet, lijken hij en de wereld om hem heen te vervagen. Alsof hij een krijttekening is waar een fikse regenbui overheen gaat.β
Een groot compliment verdient ook vormgever Bart Luijten die o.a. oude prenten uit Jules Vernes eerste druk van 20.000 mijlen onder zee uit 1869 β op aanwijzing van Saskia β bij bepaalde hoofdstukken plaatste en die samen met andere sfeervolle fotoβs in sepiatinten het boek een eigen karakter geven. Verhaal en illustraties vormen een prachtig geheel en Kieuw is dan ook een zeer geslaagd, bijzonder boek!