Tragisch, romantisch en deterministisch

De schandalen – Herman Stevens – Prometheus – 279 blz.

De schandalen is een titel die verwachtingen wekt: welke gebeurtenis kan er anno 2024 nu nog doorgaan voor een echt schandaal? Goed, de seksuele relatie tussen Donald Trump en voormalig pornoster Stormy Daniels, de daaruit voortvloeiende zwijggeldzaak en de uiteindelijke veroordeling van de aanstaande presidentskandidaat kun je een schandaal noemen, maar verder?

Ook in 1953 verscheen er, van de hand van Simon Vestdijk, al eens een roman met als titel De schandalen. Herman Stevens (1955, voormalig leraar klassieke talen en auteur van tien romans) schreef daar in de jaren tachtig een bewonderend essay over, en qua opbouw en gebeurtenissen zijn er duidelijke overeenkomsten tussen de twee schandaalboeken. Alleen, waar de titel in het kleinburgerlijke klimaat van 1953 nog terecht gekozen was, daar klinkt hij nu, ruim zeventig jaar later, nogal overdreven. De achterflap probeert het goed te praten door te spreken van ‘het schandaal van de liefde’, maar wat een lezer zich daarbij voor moet stellen…?

Wat is het verhaal? Roda, in het eerste deel van het boek nog een middelbare scholiere in het rijke Rotterdamse Kralingen, is een Einzelgänger. Haar vader is verdwenen, haar moeder heeft meer aandacht voor haar nieuwe vlam dan voor Roda, en die probeert ondertussen, met verschillende vriendjes, uit te vinden wat liefde is. En houdt zichzelf op de been door in de lange, lange zomervakantie alvast vooruit te lezen voor haar lijst: ‘niet omdat ze het zo goed wilde doen, maar om de verdoving van het lezen. De figuren in de literatuur hadden het allemaal goed voor elkaar. Ze voerden non-langdradige gesprekken, ze stapten in de tram, ze woonden in Parijs, ze hoefden nooit ergens op te wachten, van het ene op het andere moment gingen ze met elkaar naar bed zonder dat iemand zich ermee bemoeide en aan het eind losten ze gewoon op in het wit van de laatste pagina. Het wit van de oneindige mogelijkheden. Waarom kon zij niet zo leven?’
Zo’n meisje dus…

Erik, de andere hoofdpersoon, is leraar klassieke talen op Roda’s school en heeft zich tijdens de jaarlijkse Romereis schuldig gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag. Dat is althans de officiële lezing, en die leidt tot zijn ontslag. In werkelijkheid heeft er niets onoirbaars plaatsgevonden. ‘Pas toen ze thuis waren kwamen er verhalen over wat er zou zijn gebeurd.’

Maar hij wordt dus wel ontslagen, en een nieuwe, vaste baan vinden valt niet mee. Erik werkt, al heel lang, aan een proefschrift over de liefdesgedichten van de Romeinse dichter Catullus. Kern van die poëzie is dat liefde, aan de ene kant, altijd wederzijds moet zijn maar, aan de andere kant, ook berust op de fundamentele ongelijkheid tussen partners. Dat kun je positief opvatten – verschillen brengen dynamiek in een relatie – maar je kunt er ook een negatieve draai aangeven: liefde is altijd tot mislukken gedoemd. Eriks liefdesverleden – hij is twee keer nogal hardhandig gedumpt – heeft hem tot een aanhanger van de negatieve visie gemaakt en dat maakt hem – én Roda – schatplichtig aan de wat ouderwetse, deterministische traditie. Twee mensen die het slachtoffer zijn van de omstandigheden, en die de wilskracht missen zich daaraan te onttrekken.

Die indruk wordt versterkt door het laatste deel van het boek waarin Erik en Roda, inmiddels twintig jaar ouder, elkaar tegenkomen, een hartstochtelijke relatie aangaan – ze zijn elkaars laatste strohalm – maar waarin het noodlot uiteindelijk toch toeslaat. Het ínburgerlijke dorp Adegeest (een wijk in Voorschoten, HAvdH), waar Erik woont, en waar Roda bij hem intrekt, pikt het niet, een mooie jonge vrouw die ongehuwd samenleeft met een oudere man, en neemt wraak. En Roda, ondanks haar classicus aan het eind van haar Latijn, begaat een wanhoopsdaad die naadloos aansluit bij Stevens’ romantisch-deterministische invalshoek.

Je staat erbij en je kijkt ernaar: een on-eigentijdse roman van een ook steeds on-eigentijdser schrijver. Een schrijver die het, wat mij betreft, niet hebben moet van zijn sombere levensvisie, maar wel, na tien romans nog steeds, van zijn fijnzinnige stijl en de laconieke observaties van zijn personages:

‘Het had haar altijd verwonderd hoeveel de docenten eromheen praatten, verhalen over zichzelf, hun gezin, hun eigen schooltijd, hoeveel moeilijker school vroeger was (…). Hoe verder je kwam op school, hoe langer de verhalen werden. Als je één uur les op een zeef legde bleven er hooguit vijf minuten droge materie over, de rest was zelftherapie voor de docent. Als ze dit doorrekende had ze de hele school in één jaar kunnen doen. Allen was ze dan op haar veertiende al van school gegaan, en wat had ze dan moeten doen?’

Hein-Anton van der Heijden

 

 

 

 

 

 

 

Boek bestellen!

Andere recensies

Slimmer dan je denkt – Lotte Stegeman – Luitingh – Sijthoff – 144 blz. Het begin. Er was een tijd, niet lang geleden, dat niemand geloofde dat dieren ook emoties kunnen hebben of slim zijn. Een goed idee om hierover een boek te maken...
Lees verder Categorie: Dieren & Natuur, Kinderboeken, Non-fictie
| Reageer!
Naar buiten! Naar buiten! – Tiny Fisscher – Illustraties: Sophie Pluim – Christofoor – 32 blz. Het verhaal begint als een sprookje. “Er waren eens vijf kinderen die altijd naar buiten wilden.” Kinderen van nu willen vaak niet naar buiten. De meesten zitten liever...
Lees verder Categorie: Prentenboek, Voorleesboek
| Reageer!
Vandaag komen we niet meer thuis – Enne Koens – Illustraties: Maartje Kuiper – Luitingh-Sijthoff – 239 blz. Eerder las ik van Enne Koens (1974) Die zomer met Jente (2019) en Vanaf hier kun je de hele wereld zien (2021), twee jeugdboeken die veel...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Jeugdboeken
| Reageer!