Uit grenzeloze liefde
De grenzeloze rivier – Mathijs Deen – Thomas Rap – 334 blz.
Niets lijkt gemakkelijker dan het schrijven over een rivier. Je begint bij de bron, loopt de rivier af, vertelt en fotografeert wat je ziet en uiteindelijk eindigt je verhaal samen met dat van de rivier aan de monding. Deze aanpak was niet besteed aan schrijver, voorlezer van luisterboeken en radiomaker Mathijs Deen (1962). Hij wilde de rivier, de Rijn in zijn geval, neerzetten als een personage. Een oeroud personage weliswaar waarvan de geboorte zou samenvallen met het ontstaan van de Alpen en zijn dood met de erosie van dit gebergte. Maar dit bleek al vlug een onzinnige poging zoals blijkt uit de titel van het boek De grenzeloze rivier.
Paleograaf Kim Cohen zette de auteur al meteen met beide voetjes op de grond. De Rijn is er al altijd geweest, ook zonder de Alpen. Het regenwater zoekt zijn weg, Alpen of niet. En het zal zijn weg blijven zoeken ook al zijn de Alpen uitgewist, nieuwe bergen omhoog geduwd en nieuwe kusten ontstaan. Een rivier is niet hetzelfde als zijn bedding want er is ook water dat je niet ziet. Er is ook het grondwater tussen de beddingen in. ‘Water kent geen grenzen en geen vaste plek.’
Mathijs Deen beschrijft samen met hoogleraar geologie Douwe van Hinsbergen hoe de continentale korst van Afrika met Italië als voorpost tegen Europa duwde en zo de Alpen deed ontstaan. Het water van de bergketen zocht eerst zijn weg naar de Zwarte Zee samen met de Donau, vervolgens naar de Middellandse Zee met de Rhône. Uiteindelijk zo’n tweeënhalf à drie miljoen jaar geleden vond het zijn huidige loop naar het noorden waar het aansloot bij de huidige midden- en benedenloop van de Rijn. Maar in het recente verleden heeft de rivier nog grote wijzigingen ondergaan. Na de laatste ijstijd, een kleine tienduizend jaar geleden, gleed tussen Ilanz en Reichenau door het smelten van ijswater zo’n tien kubieke kilometer gesteente naar beneden. Zo ontstond de Rheinschlucht, een canyon van 13 kilometer lang met rotswanden die op sommige plekken meer dan driehonderd meter oprijzen boven de rivier.
Mathijs Deen voert de lezer mee over de grenzen van tijd en ruimte waarbij hij constant wisselt tussen ontmoetingen, feiten en zijn eigen verbeelding. De rivier mag dan misschien grenzeloos zijn in geografische zin, toch vormde ze voor de mens dikwijls een harde grens. Van de Romeinen tot de Tweede Wereldoorlog, van Caesar tot Willi Bratge, Karl Timmermann en de Ludendorffbrug bij Remagen. Aan de oevers van de Rijn werd geschiedenis geschreven. Willibrord bekeerde de Friezen. Deen kruipt in de huid van bisschop Liutbert, de bisschop van Mainz, die de kronieken schreef van keizer Karel de Dikke. Hij mijmert hoe het moet geweest zijn in de tijd van het meisje van Steinheim, enkele honderdduizenden jaren gelden toen Europa nog warm was en kuddes paarden, olifanten, neushoorns, gazellen, waterbuffels en hyena’s door de rivierdalen trokken. De auteur fantaseert over hoe het bronzen masker van een lid van de Cananenfaten in het water terecht is gekomen.
In korte hoofdstukken, gescheiden door citaten en tekeningen van zijn dochter Hannah, trekt Mathijs Deen ook op verkenning en laat zich zelfs letterlijk meedrijven. Heel handig is het kleine kaartje aan het begin van het boek met aanduiding van een aantal plaatsnamen. Hij vaart mee met de Terra Maris op de Rijn. Op de onvermijdelijke Loreley ontmoet hij Daniëlla en Erhard, een ouder koppel. Hij trekt naar het meeste oostelijke en westelijke punt van het stroomgebied en verkent de plaats waar de meester in de vijfde klas van de lagere school in Boekelo zei dat je over de Rijn kon springen. De zuidoever van de Nieuwe Waterweg kon niet ontbreken, de plaats waar de Rijn in de Noordzee vloeit en het Balkon van Europa is gevestigd waar het goed friet, kroket, frikandel en braadworst eten is. Kleine menselijke verhalen wisselen af met de grotere historische gebeurtenissen.
Maar een rivier is ook grenzeloos voor de geest van de mens. Er is die vrouw uit Düsseldorf die ernstig ziek was geweest. Jarenlang ging ze naar de rivier. De Rijn verlichtte haar ziel, gaf haar hoop en ze begreep dat alle duisternis door het water zou worden meegenomen. Het was de rivier die haar genas. Of er is die man die lang bezig was in de rivier enkele boomstammen los te wrikken tot ze loskwamen. Mathijs Deen filosofeert: ‘Hij leeft in vertrouwen dat er voor wie volhoudt en gelooft, een dag zal komen waarop alles in orde komt.’
De grenzeloze rivier: hoe grenzeloos kan de liefde voor een rivier zijn? Boek bestellen!
Kris Muylle