Volendam, eens een tolerant dorp

De ontdekking van Holland – Jan Brokken – Atlas Contact – 302 blz.

Dit boek draait om Hotel Spaander in Volendam. Al in de jaren tachtig van de vorige eeuw werd Jan Brokken attent gemaakt op het feit dat het ooit een verzamelplaats was van kunstenaars uit de hele wereld. Dichter Hans Tentije zette hem op het spoor. Na de Coronatijd kreeg Brokken een krantenbericht onder ogen dat Hotel Spaander zijn deuren moest sluiten. Het was failliet. Hoe zou het met de schilderijen zijn, vroeg hij zich af. Gelukkig werd het hotel overgenomen en ging het weer open. Ruim veertig jaar nadat Brokken voor het eerst iets had gehoord over de geschiedenis van Spaander, besloot hij die op te schrijven.

Leendert Spaander, geboren in Nieuwendam, in de buurt van Amsterdam, was op vierjarige leeftijd met zijn ouders naar Volendam verhuisd. Zijn vader was zeilmaker en hij zag dat er goed brood te verdienen was in Volendam, waar een aanzienlijke bottervloot in de haven lag met zeilen die gerepareerd of vervangen moesten worden. Leendert mocht van zijn ouders naar de Franse school in Edam waar hij Frans en Duits leerde. In eerste instantie begon hij, na zijn schooltijd, zijn vader te helpen in de zeilmakerij, maar al snel kocht hij een kleine schoener waarmee hij naar Engeland voer. Hij leerde zichzelf genoeg Engels om zich verstaanbaar te maken en de lading voor zijn schoener bijeen te scharrelen.

In 1881 kocht Leendert een café aan de haven waarop hij een verdieping liet bouwen om er een hotel van te maken. Hij was intussen getrouwd met Aaltje Kout uit Warder en samen runden ze het hotel. Van begin af aan was het zijn bedoeling om kunstenaars naar Volendam te lokken. Hij kende een paar schilders en vroeg hen om bevriende kunstenaars te wijzen op zijn hotel waar hij hen gastvrij zou ontvangen. Hij liet bij het hotel ateliers bouwen waar schilders ongestoord konden werken. Bij de ingang van het hotel hing een schilderij van de Duitser Carl Windels dat als affiche diende. Met blauwe verf had Leendert er de tekst: “Artist kom binne” op geschilderd. Het hotel werd al snel een succes. Kunstenaars, vooral schilders, die Volendam bezochten, waren gek op het water en het licht dat er op weerspiegeld werd.

Brokken mocht de gastenboeken inzien en hoewel niet alle gasten erin opgetekend zijn, is het duidelijk dat van 1881 tot 1920 er tientallen schilders hotel Spaanders bezochten. Sommigen bleven een paar weken, anderen maanden en een enkeling zelfs jaren. Ook kwamen ze er vaak weer terug om hun zomervakantie, gecombineerd met werk, door te brengen. Brokken bespreekt er velen. Ze kwamen voor het bijzondere ‘Hollandse’ licht, maar ook voor de bevolking. De Volendammers van klein tot groot liepen destijds nog in klederdracht. De gehele bevolking was katholiek, een geloof dat veel vrijheid geeft aan de gelovigen. Monnikendam was vlakbij en minstens zo pittoresk, maar de gereformeerde bevolking was gereserveerder dan de Volendammers en er was geen hotel.

Een speciale vermelding verdient de schilder Georg Clausen, die Leendert in 1878 de haven zag binnenvaren met zijn schoener en hem kort daarna portretteerde. De schoener hield Leendert aan, ook nadat hij het hotel was begonnen. Hij voer nog vaak naar allerlei havens in Duitsland en Engeland om contacten te leggen met kunstenaars. Aaltje nam dan de honneurs waar. Een keer per maand boden Leendert en Aaltje de gasten een gratis maaltijd aan. Ze hadden een uitstekend gevoel om reclame te maken en klanten te binden.

Het hotel rendeerde en er werd uitgebreid tot achtenzeventig bedden. Veel schilders schonken uit dankbaarheid een schilderij, tekening of ets aan Leendert en Aaltje, zodat uiteindelijk alle wanden van het hotel vol kwamen te hangen met grote en kleine kunstwerken. Ze hadden de tijd mee, want in de wereld heerste de ‘Hollandse Ziekte’, dat wil zeggen dat ze overal dol waren op huiselijke taferelen uit Nederland. De Volendamse bevolking was open en ruimhartig en liet zich voor weinig geld gewillig portretteren. Na de Eerste Wereldoorlog was het toppunt wat betreft de schilders wel voorbij. Leendert en Aaltje lieten een huis bouwen in Edam en hun dochter Alida nam de leiding over.

Jan Brokken heeft bergen verzet om alle gegevens over de tientallen schilders boven water te krijgen en op te schrijven. Zoals altijd leest een boek van hem heel fijn en blijft hij dicht bij de werkelijkheid. Eén keer gaat hij wat ver met speculaties over de invloed die Hotel Spaander heeft gehad. Zo beweert hij dat de schrijver Marcel Proust zijn idee voor het hotel in Normandië dat een rol speelt in zijn boek A la recherche du temps perdu vermoedelijk heeft gekregen na zijn bezoek aan hotel Spaander in Volendam. Ach, het klinkt leuk, dus wat maakt het uit.

Pieter Feller

Boek bestellen!

Andere recensies

Coco en het gekke ding – Loes Riphagen – Gottmer – 36 blz. Coco, het kleine vogeltje dat iedereen natuurlijk al kent van de vorige delen is in dit boek weer lekker aan het spelen met haar vriendjes. Eekhoorn, kikker, egel en Coco zien...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
Een koord boven de afgrond – Cyrille Offermans – De Arbeiderspers – 616 blz. Een iets beschuttere plek misschien (2017), Midden in het onbewoonbare (2020), en dan nu Een koord boven de afgrond (2023): de titels van de gebundelde dagboeknotities van Cyrille Offermans worden...
Lees verder Categorie: Essays, Literatuur
| Reageer!
Breydel – Lisa Demets – Uitgeverij Vrijdag – 265 blz. Op 11 juli 1302 versloegen de volksmilities van enkele Vlaamse steden het prestigieuze Franse ridderleger nabij de stad Kortrijk. De onverwachte nederlaag sloeg in als een bom. Na de slag verzamelde de Vlaamse coalitie...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!