Wandelingen en momenten van geluk

Had je nog willen wandelen – J.J. Voskuil – Van Oorschot – 332 blz.

Johannes Jacobus Voskuil (1926 – 2008), Han voor vrienden, ging na enige jaren als leraar te hebben gewerkt, op zoek naar een andere baan. Zijn vrouw Lousje Haspers vond dat hij helemaal niet moest gaan werken, maar Voskuil voelde wel aan dat dat niet mogelijk was. We hebben het over de jaren vijftig en de sociale voorzieningen waren minimaal. Lousje (in de boeken heet ze Nicolien) mag gerust wereldvreemd genoemd worden. Terwijl Han Voskuil (alter ego is Maarten Koning) een groot verantwoordelijkheidsgevoel had. Dus solliciteerde hij naar een baan bij het Instituut voor Dialectologie, Volks- en Naamkunde (Het Meertensinstituut) en werd aangenomen. Lousje moest daar wel genoegen mee nemen, maar ze wilde zo min mogelijk met Hans werk te maken hebben. Als hij tijdens een wandeling bekende dat hij aan zijn werk dacht, ontstak ze in woede.

In dit boek, samengesteld door Wim Huijser, is een selectie opgenomen van wandelingen die niet in zijn wandelbundels, Terloops (2004), Buiten schot (2005) en Gaandeweg (2006) staan, maar stukken uit Bij nader inzien en de zevendelige cyclus Het Bureau. Het Bureau is Voskuils magnum opus en handelt over de jaren dat hij op het instituut werkte. In bijna elke situatie voelt Maarten Koning zich een buitenstaander. Liefst mijdt hij contact met anderen. Wordt hem een lift aangeboden, dan weigert hij die en gaat liever wandelen. Het zijn meestal korte wandelingen naar zijn werk. Maar ook lange tochten en regelmatig belandt hij, vaak met Nicolien en een enkele keer met een ander, in noodweer. Dan komen ze doorweekt en koud aan op de plaats van bestemming. Erwtensoep en jenever warmen hen dan weer op. Want twee dingen waren eigenlijk maar van belang in het leven; wandelen en jenever.

Het eerste fragment speelt in 1946 en het laatste in 1989. Het zijn losse stukken en dat is wel wennen. Geen afgeronde verhalen, telkens een nieuwe wandeling. Gaandeweg raak je ermee vertrouwd. In die 43 jaar zie je dat de stijl waar Voskuil om bekend is van Het bureau, zich ontwikkelt. Zijn schrijfstijl wordt door niet liefhebbers omschreven als kantoorproza. Het is bekend dat er wat dat betreft twee kampen zijn. Je vindt zijn werk prachtig en verslavend of je vindt er helemaal niets aan. Een tussenweg is er eigenlijk niet.

Opvallend, en dus heel knap, zijn de vele variaties die Voskuil weet aan te brengen in het beschrijven van het weer, zonder zich te buiten te gaan aan metaforen of langdradige uitweidingen. De wandelingen van Maarten en Nicolien gaan vaak niet van een leien dakje. Zowel voordat ze gaan wandelen, als tijdens het lopen, kunnen er conflicten ontstaan. Kleine ruzies die Voskuil magistraal weet te beschrijven.

“’Had je nog wat willen gaan doen?’ vroeg Nicolien.
Hij (Maarten) keek naar buiten. De lucht was grauw. Het zag er goor uit. Hij was moe. ‘Jij?’
‘Ik had gedacht om te gaan wandelen.’
‘Wandelen?’ zei hij zonder veel geestdrift.
‘Maar jij dus niet?’
Hij aarzelde. Hij had weinig zin vandaag. Niet om te gaan wandelen en niet om thuis te blijven. ‘Goed. Laten we dan maar gaan wandelen.’
‘Niet als je er geen zin in hebt.’
‘Ik heb er wel zin in.’
‘Het klinkt anders niet heel overtuigd.’
‘Ja. Ik heb er wel zin in. Laten we maar gaan wandelen.’ Hij stond op.
Ze bleef zitten. ‘Ik weet het niet, hoor. Als je zo weinig zin hebt, dan kunnen we beter thuisblijven, want dan wordt het toch niks.’
‘Nee, laten we nou maar gaan wandelen.’
‘Ik heb er geen zin meer in.’
‘Maar ik zeg toch dat ik wel wil gaan wandelen?’
‘Ja, maar hoe! Alleen omdat ik het voorstel.’
‘Iemand moet het toch voorstellen.’
‘Maar zelf had je er geen zin in.’
‘Omdat ik er eerst aan wennen moest, aan de gedachte.’
‘Maar nou heb ik er geen zin meer in!’ Ze stond onwillig op.
‘Waar wou je naar toe?’
‘Dat weet ik niet.’
‘Je weet toch wel waar je naartoe wou?’
‘Nee, dat moet jij nou maar zeggen,’ ze liep naar de kast en haalde de broodplank en het brood eruit.”

Voskuil lijkt in zijn boeken volkomen eerlijk over zichzelf. Hij stelt zich kwetsbaar op en maakt Maarten en Nicolien niet mooier dan ze zijn. Vaak kibbelend met zijn vrouw, altijd onzeker over zijn gedrag en zijn werk en hard in zijn oordeel over anderen, die vaak ‘rotkoppen’ hebben. Maarten en Nicolien en ook de andere karakters in de boeken van Voskuil zijn mensen van vlees en bloed. Spreekt bovenstaande dialoog je aan en ken je nog geen boek van Voskuil, dan raad ik je aan om te beginnen met een van de wandelbundels. Voor je het weet verlang je naar meer en ga je zijn zevendelige serie Het bureau lezen. Weken leesplezier en dan vind je het spijtig als je de duizenden bladzijden hebt gelezen. Maar je kunt het altijd nog een keer lezen.

Pieter Feller

Boek bestellen!

Andere recensies

Lilly, Hanna en de zeven omaatjes – Elsa Paulson – Vertaling: Mijke Hadewey van Leersum – 32 blz. Wat een leuke en intrigerende titel, dacht ik toen ik dit boek kreeg aangeboden. Het is het prentenboekendebuut van Elsa Paulson. Ze is een Zweedse illustrator...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
Stemmen in het duister – Nicci French – Vertaling: Lidwien Biekmann en Koos Mebius – Ambo Anthos – 442 blz. Na de succesvolle Frieda Klein-reeks maakten we vorig jaar in Wie heeft Charlotte Salter gezien kennis met een nieuw personage, rechercheur Maud O’Connor. Het lijkt...
Lees verder Categorie: Thrillers & Spanning
| Reageer!
Olifant heeft kriebel – Kaj Driessen – Illustraties: Barbara de Wolf – Samsara – 40 blz. Hoe komt een olifant aan die kriebel op zijn rug? Of beter gezegd: hoe komt hij er van af? Hij probeert van alles, maar hij kan zelf niet...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!