Wat een Duitser tot een Duitser maakt
Duitsland – Neil MacGregor – Vertaling Pon Ruiter – Uitgeverij Hollands Diep – 597 blz.
Het vergt altijd wat innerlijke overredingskracht om een boek over de geschiedenis van Duitsland te lezen. Zoals vluchtlijnen van een perspectieftekening altijd terechtkomen in één punt lijkt het alsof de geschiedenis van het land was voorbestemd om te eindigen in de gebeurtenissen van de Tweede Wereldoorlog. Deze periode van amper een 12-tal jaar ontneemt dan ook heel wat mensen alle goesting om meer over dit land en volk te weten te komen. Het eigene aan dit boek is dat MacGregor de Duitse geschiedenis van pakweg de laatste 600 jaar vertelt aan de hand van een aantal voorwerpen, mensen, monumenten en plaatsen. Een erg verfrissende en toegankelijke aanpak door een Britse kunsthistoricus die zonder meer een expert is op het vlak van de Duitse cultuur en geschiedenis.
Neil MacGregor is dan ook niet de eerste de beste. Hij was directeur van de National Gallery in Londen van 1987 tot 2002 om daarna deze functie uit te oefenen bij het British Museum tot 2015. Bij dit museum organiseerde hij in 2014 de tentoonstelling Germany – Memories of a nation. Momenteel is hij aan het werk bij het Berlijnse Humboldt Forum. Als auteur publiceerde hij het boek A History of the World in 100 Objects. In dit boek hanteert hij dezelfde formule als in zijn boek over Duitsland: voorwerpen gebruiken als een bril om de wereld te bekijken en ze te kaderen in een groter geheel.
Als kunsthistoricus is MacGregor niet slecht geplaatst om een geschiedenis van Duitsland te schrijven. Hij was lange tijd vooral de cultuur die Duitsland tot een eenheid maakt. Deze culturele eenheid werd zeker op taalkundig vlak bereikt door de vertaling van het Nieuwe Testament in het Duits door Luther gekoppeld aan de uitvinding van de drukpers door Gutenberg. Dit maakte een grote verspreiding van Luthers vertaling mogelijk. Het land was politiek – in tegenstelling tot Frankrijk en Engeland – lange tijd verdeeld in een lappendeken van enkele honderden vorstendommen en machtsgebieden zoals visueel wordt voorgesteld in de kleurafbeeldingen in het begin van het boek. Geografie en geschiedenis zijn in Duitsland altijd instabiel geweest. Steden en streken die eeuwenlang Duits zijn geweest horen nu onverbrekelijk bij andere landen. Zo behoren Praag en Königsberg (thans Kaliningrad) niet tot het land Duitsland maar in alle opzichten maken ze nog wel steeds deel uit van het Duitse culturele en intellectuele bewustzijn. In Praag, nu Tsjechië, werd in 1348 de eerste universiteit gesticht waar Duits de voertaal was. In Kaliningrad zag de grootste Duitse filosoof Immanuel Kant het levenslicht. De benaming Heilig Roomse Rijk bood wel een raamwerk waarbinnen Duitsers zich thuis konden voelen maar speelde zelden een coördinerende rol bij de vele politieke entiteiten. De gebiedsuitbreiding van Frederik de Grote van Pruisen medio de achttiende eeuw ging ten koste van andere Duitse staten. In Berlijn wordt hij gevierd als een held, maar in Dresden beschouwen ze hem als een schurk. Misschien had Duitsland na de vereniging door Bismarck tot een nationale mythe kunnen komen. Maar de wereldoorlogen hebben een samenhangend verhaal onmogelijk gemaakt. Toch zijn er veel breed gedeelde herinneringen aan wat Duitsers hebben ervaren en gedaan. Dit wordt dan ook uitvoerig belicht in dit boek aan de hand van een lappendeken van dertig essays over diverse onderwerpen. De auteur heeft het over Karel de Grote, over de schilder en zakenman Dürer, porselein, worsten, de Volkwagen Kever, de expertise in de bouw van precisie-instrumenten, de sprookjes van de gebroeders Grimm enz. Enkele thema’s zoals de Duitse muziek en filosofie worden niet of nauwelijks behandeld.
Soms komt de auteur echt verrassend uit de hoek. Zo worden de pogingen van Oost-Duitsers om naar het Westen te vluchten geïllustreerd aan de hand van een zwempak. Twee vrienden uit Liepzig hadden deze meegenomen in hun poging om via de Oostzee naar de vrijheid te vluchten. Nog voor ze hun rubberbootje instapten, werden ze gearresteerd. De auteur gaat ook de Tweede Wereldoorlog niet uit de weg en vraagt zich aan de poorten van het concentratiekamp Buchenwald af waarom de grote humanistische tradities uit de Duitse geschiedenis dit niet hebben kunnen vermijden. Maar toch is er ook de vaststelling dat Duitsland zijn verleden niet uit de weg gaat: geen ander land heeft in de hoofdstad zo veel monumenten ter nagedachtenis aan de eigen schanddaden. Ze verwijzen niet alleen naar het verleden maar proberen ervoor te zorgen dat de toekomst anders zal zijn.
Duitsland van MacGregor is vlot en levendig geschreven. Het boek is prachtig geïllustreerd met kaarten en afbeeldingen in kleur en zwart-wit in die mate dat het geheel bijna doet denken aan een tentoonstellingscatalogus. Het goed onderbouwde werk richt zich tot een ruim publiek dat niet alleen de geïnteresseerde leek maar ook de Duitslandkenner nieuwe benaderingen biedt. Achterin zijn nog een literatuuroverzicht en register opgenomen.
Kris Muylle